De Dow-Jonesindex steeg 1 procent tot 18.238 punten. De S&P 500 steeg ook 1 procent, tot 2119 punten en de Nasdaq won 1,3 procent tot 5047 punten.

De euro steeg voor het eerst in drie maanden tot boven 1,14 dollar. Ruim een half uur voor het slot was de eenheidsmunt precies 1,14 dollar waard, tegen 1,1332 dollar bij het slot van de Europese beurzen op woensdag.

De waardedaling van de dollar wordt gezien als signaal dat de Amerikaanse economie aan kracht verliest. Beleggers speculeerden dat de Federal Reserve daarom besluit nog langer te wachten met de eerste renteverhoging sinds 2006. Zorgen dat die verhoging er ondanks tegenvallende macro-economische cijfers toch aan zat te komen zorgde de afgelopen weken voor veel onrust op de financiële markten.

Amerikaanse bedrijven die hun omzet in hoge mate buiten de VS behalen, profiteerden van de goedkopere dollar. Zo steeg sigarettenfabrikant Altria 3,1 procent, ging drankdistilleerder Brown-Forman 2,4 procent omhoog en won Coca-Cola 1,2 procent.

Cosmeticabedrijf Avon ervoer een opmerkelijke dag. Investeerder PTG Capital zou een bod op het bedrijf hebben uitgebracht. Toen dat nieuws Wall Street bereikte, vloog de koers van Avon met 20 procent omhoog. Snel werd echter getwijfeld aan het bestaan van PTG. In de enige melding van het bedrijf bij beurstoezichthouder SEC stond een aantal opvallende fouten. Zo schreef PTG twee keer de eigen naam als TPG, wat wel een gerenommeerde investeringsmaatschappij is. TPG ontkende elke betrokkenheid. Avon, dat de ontvangst van een bod ontkende, hield toch nog een koerswinst van 6,3 procent over aan het avontuur.

Hamburgerketen Shake Shack verloor 1,2 procent nadat beleggers besloten om hun winsten te verzilveren. Het aandeel stond aanvankelijk tot 14 procent hoger na de presentatie van beter dan verwachte kwartaalresultaten. De omzet steeg in de eerste drie maanden van dit jaar met 56 procent. Het bedrijf werd begin dit jaar voor 21 dollar per aandeel naar de beurs gebracht en is inmiddels drie keer zoveel waard.