Volgens tal van opiniepeilingen onder de Democraten en volgens pers en media was hij Dean een maand geleden nog de radicaal nieuwe kracht die de Democraten misschien zelfs weer in het Witte Huis zou kunnen brengen.

De kiezers dachten er blijkbaar anders over. Vanaf de eerste voorverkiezing, in Iowa, moest Dean teleurstellende cijfers incasseren. In zeventien staten plus Washington verwezen Democratische en onafhankelijke kiezers hem naar de tweede of de derde plaats, de voorkeur gevend aan zijn concurrenten de senatoren John Kerry en John Edwards. De voorverkiezing in Wasconsin dinsdag zou voor Dean de test worden, zo verklaarde hij tien dagen geleden.

Later wijzigde hij dat standpunt weer en zei Dean dat hij zou doorgaan, ook als Wisconsin hem geen overwinning zou opleveren. Woensdagavond laat gooide hij echter de handdoek in de ring, nadat de Democratische kiezers van Wisconsin hem naar de derde plaats hadden verwezen met 18 procent van de stemmen. Daarmee kwam Dean net op de helft van John Edwards, die 35 procent scoorde, en bleef hij ver achter bij Kerry, die eindigde met 40 procent.

In Burlington maakte Dean zijn besluit woensdag bekend, maar hij kondigde aan dat hij wel actief wil blijven in de politiek. „Ik geef de strijd om de Democratische presidentskandidatuur op, maar ik geef de strijd om de Democratische Partij te hervormen niet op”, aldus Dean tegenover een enthousiaste groep aanhangers. Hij raadde hen aan om actief te blijven in dit verkiezingsjaar en ervoor te zorgen dat er voor tal van functies „progressieve mensen worden gekozen.”

Nu Dean opstapt is de strijd om de Democratische presidentskandidatuur een tweemansrace geworden, in aanmerking genomen dat de twee andere kandidaten volkomen kansloos zijn. Het gaat daarbij om de zwarte dominee Al Sharpton uit New York en parlementariër Dennis Kucinich uit Ohio. Beiden scoorden bij de afgelopen voorverkiezingen nauwelijks. Van de twee heeft alleen Sharpton één afgevaardigde veroverd die voor hem zal stemmen tijdens de Democratische partijconventie in Boston, in augustus. Hij heeft er echter meer dan 2100 nodig om de Democratische presidentskandidatuur te veroveren.

Van de beide senatoren ligt Kerry momenteel duidelijk voor op Edwards. Beiden scoren momenteel overigens goed in de opiniepeilingen. Wanneer er nu presidentsverkiezingen gehouden zouden worden, zou Kerry zijn Republikeinse rivaal Bush verslaan met 55 tegen 43 procent van de stemmen volgens een Gallup-peiling uitgevoerd in opdracht van CNN en USA Today. John Edwards zou Bush verslaan met 54 tegen 44 procent van de stemmen. Een van de punten waarop Bush voortdurend door de Democraten wordt gekritiseerd is het feit dat het economische herstel niet gepaard gaat met een navenante groei van de werkgelegenheid.

Bush voorspelde vorige week dat de aantrekkende economie dit jaar zou zorgen voor 2,7 miljoen extra banen. Een voorspelling die door deskundigen ernstig in twijfel werd getrokken. Nadat minister van Financiën John Snow en diens collega van Handel Donald Evans woensdag vraagtekens plaatsten bij dat cijfer, wilde Bush zijn belofte niet herhalen. „De economie groeit en dat creëert banen”, aldus Bush laconiek. Zijn woordvoerder Scott McLellan zei later dat voor het Witte Huis de realiteit zwaarder weegt dan cijfers. „Zij komen binnen een week al terug op hun voorspellingen”, aldus John Kerry woensdag in Ohio, waar de werkloosheid steeg van 3,9 tot 6 procent sinds het aantreden van Bush in januari 2001.