Aanleg van Sluiskiltunnel blijkt succesverhaal
SLUISKIL. De Sluiskiltunnel onder het Kanaal van Gent naar Terneuzen gaat ruim vijf weken eerder open dan de bedoeling was. Dat is uniek, zegt de opdrachtgever, want nieuwe Nederlandse tunnels zijn gewoonlijk pas een half tot een heel jaar na de geplande opleveringsdatum klaar.
Op 19 mei neemt koning Willem-Alexander de Sluiskiltunnel in gebruik. Deze is gebouwd om West- en Oost-Zeeuws-Vlaanderen beter met elkaar te verbinden. In de nacht van 22 op 23 mei mogen de eerste auto’s door de geboorde oeververbinding.
Volgens planning zou de tunnel op 30 juni opengaan. Technisch directeur Wim van de Linde van opdrachtgever Kanaalkruising Sluiskil is tevreden. „Het is nog niet eerder gebeurd dat een Nederlandse tunnel eerder dan gepland gebruiksklaar was.”
De in 2011 begonnen bouw is een succesverhaal. Want naast het tijdpad zijn ook de kosten ruim binnen de ramingen gebleven: 25 miljoen euro minder dan begroot. Uiteindelijk kost het project 307,8 miljoen euro.
De samenwerking tussen de opdrachtgever en aannemersgroep BAM-TBI is het geheim van het succes, aldus de projectleiding.
Bottleneck
De hypermoderne nieuwe verbinding vervangt de bestaande draaibrug bij Sluiskil. Die vormt al jarenlang een bottleneck in de verkeersstromen tussen West- en Oost-Zeeuws-Vlaanderen. De brug staat gemiddeld 23 keer per dag open, de dagelijkse wachttijd voor het verkeer bedraagt vijf tot zes uur.
Nu de tunnel er ligt, zal het verkeer een stuk soepeler doorstromen. Ook krijgt de Zeeuws-Vlaamse economie een impuls. Van de Linde. „Hier vlakbij ligt de Koegorspolder, een industriegebied waar nog ruimte is voor uitbreiding. De aanwezigheid van de tunnel stimuleert de verdere ontwikkeling van dat gebied.”
De Sluiskiltunnel is vierbaans en heeft twee buizen met elk twee rijstroken. In groter verband wordt de oeververbinding een schakel in een route van Goes tot aan het Belgische Gent die straks ononderbroken vierbaans zal zijn.
In dat traject moeten de Sloeweg tussen de A58 en de Westerscheldetunnel, en de Tractaatweg van Sluiskil naar het Belgische Zelzate nog worden verbreed.
De brug bij Sluiskil blijft bestaan. Daar mag straks alleen nog langzaam verkeer (fietsers, landbouwverkeer) over en vrachtverkeer met een gevaarlijke lading.
De aanleg van de tunnel kostte 1,3 miljoen manuren. Het diepste punt van de tunnel ligt op 34 meter onder NAP. Dat is 2,5 meter dieper dan nodig was. Die keuze heeft alles te maken met de wens van de haven van Gent om het Kanaal van Gent naar Terneuzen op termijn te verdiepen.
Klantvriendelijk
De Sluiskiltunnel lijkt vanbuiten veel op de nabijgelegen grote broer: de Westerscheldetunnel (6600 meter lang). Vanbinnen oogt hij, door het gebruik van keramische staalplaten, een stuk lichter. In de wanden zijn brandwerende vezels verwerkt. Van de Linde: „En als je een lekke band krijgt, is je rijstrook in een mum van tijd afgesloten. Het is een klantvriendelijke tunnel.”
