Dat bleek woensdag voor de rechtbank in Arnhem, waar de zaken tegen de drie verdachten van de moord pro forma behandeld zijn.

Ferdi Ö. is zo bang voor Goran M. dat hij niet met de Beuningenaar op dezelfde afdeling van de forensische observatiekliniek Pieter Baan Centrum (PBC) in Utrecht opgesloten wil zitten. Ferdi Ö. zit daar sinds begin deze maand, terwijl Goran M. dodnerdag zou arriveren voor een persoonlijkheidsonderzoek.

Raadsman J. Boone zei dat zijn cliënt Ferdi Ö. zal weigeren verder mee te werken aan het onderzoek als hij niet gescheiden wordt gehouden van Goran M. „En dat zou voor iedereen betreurenswaardig zijn”, stelde Boone, die voorstelde Ferdi Ö. door andere deskundigen te laten onderzoeken. De verdachte lichtte nog toe dat Goran M. hem met de dood heeft bedreigd na de moord op Maja.

De rechtbank antwoordde echter dat het niet aan haar is om te bepalen hoe het PBC een onderzoek inricht. Boone heeft daarop gistermiddag een verzoek tot overplaatsing voor zijn cliënt ingediend bij de rechter-commissaris in Arnhem. Die moet daar nog over beslissen. De advocaat liet doorschemeren dat hij om een contraonderzoek zal vragen als het onderzoek in het PBC toch wordt voortgezet.

Ferdi Ö. was woensdag bij de behandeling van zijn zaak aanwezig, terwijl Goran M. verstek liet gaan. Officier van justitie M. de Weert, die in alle zaken om uitstel vroeg, deelde mee dat het rechercheonderzoek naar de verwurging en het in brand steken van het lichaam van Maja Bradaric nog steeds niet helemaal klaar is. Volgens verschillende raadslieden zijn er nog vragen over de rol van Goran P., die wel bij het misdrijf aanwezig was, maar die steeds heeft gezegd dat hij niets van de moordplannen wist. Ook zou justitie nog zoeken naar een motief voor de moord.

De zaak tegen de minderjarige Goran P. is woensdag achter gesloten deuren behandeld. Alleen de ouders van de verdachte en de ouders van Maja Bradaric waren erbij. De officier vroeg wel om een openbare zitting, maar raadsman D. Moszkowicz verzette zich daar met succes tegen.

Minder succes had de raadsman met zijn verzoek om de voorlopige hechtenis van Goran P. op te heffen. Dat wees de rechtbank af, omdat zij het maatschappelijk belang zwaarder vond wegen dan de belangen van de jongen. De geschokte rechtsorde speelde daarbij een grote rol, aldus Moszkowicz. Goran P. blijft dus vastzitten.

Volgens de advocaat heeft het openbaar ministerie het voornemen de zaak van P. volgens het jeugdstrafrecht te behandelen. Het OM kan dat standpunt echter nog wijzigen, als het psychiatrisch onderzoek naar P. daar aanleiding toe geeft. De jongen zit momenteel in voorarrest in Vught, waar hij wordt geobserveerd. Een minderjarige kan maximaal tot twee jaar jeugddetentie krijgen voor moord.

De inhoudelijke behandeling van de zaken tegen de drie jongeren heeft op 12 mei plaats, is woensdag besloten. Op die dag komt eerst Goran M. aan de beurt, daarna Goran P. en ten slotte Ferdi Ö.