„Intimiteit tussen homo’s ligt gevoelig”
DEN HAAG. Vrouwen, 70-minners, hoger opgeleiden, niet-religieuzen en PvdA/VVD/SP/D66-stemmers staan relatief positief tegenover lesbiennes, homo’s, biseksuelen en transgenders (LHBT). Daarentegen zijn religieuze mensen, 70-plussers en mensen die op de ChristenUnie of overige kleine partijen stemmen twee keer zo negatief als de gemiddelde burger.
Dat is de conclusie van een maandag gepubliceerd onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Het SCP onderzoekt elke twee jaar de houding van Nederlanders ten opzichte van LHBT-personen. Het instituut onderzoekt daarbij of het onderwerp binnen bepaalde bevolkingsgroepen afwijkt van de algemene opvattingen.
Nederland behoort tot de groep landen waar de bevolking het positiefst over homoseksualiteit denkt. Het aantal mensen dat er positief over denkt, neemt sinds 2008 toe. Nederland staat echter niet meer op de eerste plaats door een toegenomen tolerantie in Spanje, Zweden, IJsland en Denemarken.
Nederlanders staan in het algemeen positief tegenover LHBT-personen, maar intimiteit in de openbare ruimte ligt gevoelig, zoals ook al uit eerdere SCP-onderzoeken bleek. Zo worden twee mannen die in het openbaar zoenen door 35 procent van de bevolking als ”aanstootgevend” beschouwd. Iets minder dan één op de drie (28 procent) heeft er meer moeite mee als zij hand in hand lopen dan wanneer dit een man en een vrouw zijn, aldus het rapport ”Wel trouwen, niet zoenen”.
Toch staan de meeste Nederlanders volgens het SCP-rapport in het algemeen niet negatief tegenover LHBT’s. „Gelijke rechten worden ondersteund en vriendschappen met LHBT’s of homoseksuele docenten zijn geen probleem.”
Voor het eerst is de houding van Nederlanders ten opzichte van transgenders vastgesteld. Overtuigd religieuze mensen, stemmers op CU/CDA/PVV en overige kleine partijen, 70-plussers en lager opgeleiden zijn relatief negatief.
„Het laagje acceptatie in Nederland is dunner dan het lijkt”, concludeert de belangenorganisatie voor homoseksuelen COC in een reactie. „Er is nog veel om voor te vechten”, aldus voorzitter Tanja Ineke. Het COC pleit voor betere voorlichting over LHBT’s op scholen. „Daartoe zou het onderwerp verplicht moeten worden gesteld op docentenacademies.” Volgens het COC is er op opleidingen voor leraren „zeer summier” aandacht voor het onderwerp.
Nederlanders blijken ook naar internationale maatstaven een positieve houding te hebben ten opzichte van homoseksualiteit. „Dat Nederland niet meer boven aan de lijst staat, heeft vooral te maken met de toegenomen tolerantie in landen als Spanje, Zweden, IJsland en Denemarken.”