Leg je smartphone nu eens weg!
”Zit je alweer op Facebook?” ”Houd dat computerspel nu nooit op?”, ”Leg je smartphone nu eens weg”. Veel communicatie tussen ouders en kinderen over media is negatief geladen. Goede vragen stellen kan helpen.
WhatsApp, Snapchat, Tinder, Facebook, Instagram, Yik Yak: sociale media buitelen over elkaar heen. Voor de meeste ouders onmogelijk om allemaal bij te houden. Terwijl jongeren vaak maar al te goed de weg weten in het woud van nieuwe media.
Onlangs bleek uit een peiling van onderzoeksbureau Telecompaper dat de populariteit van WhatsApp onder tieners afneemt. Het gebruik van de chatdienst door jongeren van 12 tot 19 jaar is ten opzichte van een jaar eerder met 7 procentpunt afgenomen tot 88 procent. Nog steeds een hoog percentage, maar de daling is ingezet. Al veel langer neemt de populariteit van Twitter en Facebook onder jongeren af.
Andere media nemen de plek in. Vooral Snapchat doet het goed onder tieners: een programmaatje waarmee foto’s en video’s worden verstuurd die binnen tien seconden zijn verdwenen van de smartphone van de ontvanger. Zes op de tien jongeren hebben die app op z’n telefoon staan. En dat terwijl veel ouders nog nooit van dat sociale medium hebben gehoord, laat staan dat ze weten hoe die werkt en wat jongeren er zoal mee doen.
Het is niet verwonderlijk dat veel ouders een generatiekloof ervaren tussen hen en hun kinderen als het gaat om nieuwe media. Ze weten niet hoe de mediawereld van hun kind eruitziet: op welke sociale media is het actief? Welke games speelt het? En vooral: Hoeveel tijd kost dat allemaal wel niet?
Veel gesprekken die ouders en kinderen over mediagebruik en -gedrag voeren, zijn daarom negatief en verwijtend van toon. Terwijl die gesprekken essentieel zijn in de opvoeding. Door middel daarvan dragen ouders waarden over aan hun kinderen en delen ze hun eigen kwetsbaarheid.
Het voeren van zo’n goed gesprek over media ervaren ouders als ingewikkeld. Justine Pardoen, hoofdredacteur van Ouders Online en gespecialiseerd in kinderen en media, geeft in haar boek ”Focus!” tips om een goed gesprek op gang te brengen. Alles draait om het stellen van goede, echte vragen (zie ”Echte vragen”). Die leiden ertoe dat kinderen gaan nadenken over hun eigen gedrag. Een goede vraag leidt vaker tot een goed gesprek dan een slechte vraag of een verwijt.
Ouders zeggen op ouderavonden over mediaopvoeding te worstelen met het stellen van dergelijke vragen. Het vergt oefening. Maar dat is het meer dan waard, merken diezelfde ouders. Want: op de hoogte zijn van wat zich afspeelt in de mediawereld van het kind is belangrijk, een goed gesprek kunnen voeren is nog waardevoller.
Echte vragen
Zo herken je een echte vraag:
Het antwoord kun je niet opzoeken via Google.
Je weet het antwoord zelf niet.
Het is geen verwijt, verpakt in de vorm van een vraag.
Je kind moet bij zichzelf te rade gaan: wat denkt, voelt of vindt het zelf?
Er is geen goed of fout antwoord.
Een antwoord met alléén ja of nee voldoet niet.
Je bent zelf geïnteresseerd in het antwoord.