Buitenland

In Duitsland blijft het stil op ‘dag van de bevrijding’

BERLIJN. Waar dinsdag in heel Nederland de vlag uitging om te vieren dat er zeventig jaar geleden een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog, blijft het in Duitsland stil. Donderdag zeven decennia terug, op 8 mei 1945, gaf in Berlijn-Karlshorst de Wehrmacht zich onvoorwaardelijk over.

Bertus Bouwman
8 May 2015 16:14Gewijzigd op 15 November 2020 18:48
De villa in Berlijn-Karlshorst, tegenwoordig het Deutsch-Russisches Museum. Beeld AFP
De villa in Berlijn-Karlshorst, tegenwoordig het Deutsch-Russisches Museum. Beeld AFP

Karlshorst is een ietwat slaperige wijk ver in het oosten van Berlijn. Hier niet de gebruikelijke hoogbouw stammend uit de negentiende eeuw, die grote delen van de Duitse hoofdstad kenmerkt. Vrijstaande huizen, de witte was hangt te drogen boven keurig gemaaide gazonnetjes.

Eén villa is groter dan de andere huizen in de straat, maar doet geenszins zijn best de aandacht op zich te vestigen. Binnen hangen de vlaggen van de Verenigde Staten, Frankrijk, de Sovjet-Unie en Groot-Brittannië gebroederlijk naast elkaar. Eronder staan de tafels strak in het gelid. Hier werd op 8 mei 1945 getekend voor de onvoorwaardelijke overgave van het Duitse leger. Tegenwoordig is dit het Deutsch-Russisches Museum.

In Nederland wordt het einde van de Tweede Wereldoorlog al een paar dagen eerder gevierd. Op 5 mei staat Hotel de Wereld in Wageningen centraal, omdat daar op die datum de capitulatieonderhandelingen –in het bijzijn van prins Bernhard– werden gevoerd.

Duitsland kent zo’n feest niet. Er heersen niet alleen andere gevoelens, er klinken ook andere verhalen en data.

Het is een afspiegeling van de chaotische laatste week van de oorlog, zegt onderdirecteur Margot Blank van het museum. Volgens haar ligt het er maar net aan hoe je terugkijkt op de laatste dagen van de oorlog.

Als Duitsers bij de capitulatie al een beeld hebben, dan denken ze niet aan Wageningen, zegt Blank. Eerder aan de villa in Berlijn-Karlshorst, of aan de heide bij het Noord-Duitse Lüneburg, waar op 4 mei de Britse generaal en veldmaarschalk Bernard Law Montgomery de onvoorwaardelijke overgave van het Duitse leger in Noordwest-Duitsland, Nederland en Denemarken afdwong.

Slechts een ‘deelcapitulatie’ overigens, want de Duitsers wilden aan het oostfront doorvechten. De opperbevelhebber van het Duitse leger, Karl Dönitz, hoopte zelfs dat hierdoor de westelijke geallieerden met hem zouden optrekken tegen de Russen. Dönitz was sinds de zelfmoord van Adolf Hitler op 30 april officieel Duits staatshoofd en wilde voorkomen dat het Rode Leger zijn land onder de voet liep.

De capitulatiebesprekingen in Wageningen gingen vooral over de uitwerking voor Nederland van de overgave op de Lüneburger Heide van een dag eerder. Hier zaten de Canadese generaal Charles Foulkes en de Duitse generaal Johannes Blaskowitz aan tafel. Na de besprekingen op 5 mei werd de echte handtekening pas op 
6 mei gezet in een boerderij buiten Wageningen.

De Fransen op hun beurt wijzen graag op 7 mei, toen de Amerikaanse generaal Dwight D. Eisenhower in Reims de Duitse generaal Alfred Jodl voor de totale overgave van de Wehrmacht liet tekenen. Volgens Eisenhower was daarmee „de missie van de geallieerden vervuld.”

De handtekening in Berlijn-Karlshorst op 8 mei is een herhaling van de overgave in Reims. Die was noodzakelijk, zegt Margot Blank van het Berlijnse museum. Tot dan toe was Rusland nog niet betrokken geweest bij de capitulatie. Bovendien wilden de geallieerden koste wat het kost voorkomen dat er een nieuwe ”dolkstoot­legende” zou ontstaan, zegt Blank. Deze complottheorie ontstond na het verliezen van de Eerste Wereldoorlog. Volgens de theorie had het Duitse leger nog kunnen winnen, maar was de nederlaag bewerkstelligd door linkse activisten in Duitsland: een dolk in de rug. Bovendien tekende toen een burger voor de overgave. Door Duitse generaals in Berlijn te laten tekenen, kon niemand later nog beweren dat het nazileger niet was verslagen.

De villa in Oost-Berlijn was een Duitse officiersmess die het Sovjetleger als hoofdkwartier had ingenomen, omdat het als een van de weinige gebouwen nog overeind stond na de slag om Berlijn. De capitulatie ging in op 8 mei om 23.01 uur, wat in de Russische tijdszone op 9 mei valt. Daarom wordt in Rusland dan de Dag van de overwinning gevierd.

In het gebouw werd in 1967 een erehal geopend voor het Sovjetleger. Volgens Blank kwamen vooral Oost-Duitse schoolklassen op bezoek. „Een beetje onder het mom van ”kijk wat je vaders en opa’s hebben gedaan”.” West-Duitsers kwamen nauwelijks op deze voor hen pijnlijke plek.

Dat in Nederland Karlshorst nagenoeg onbekend is en andersom Wageningen in Duitsland, wijt Blank aan hoe lokaal de oorlog verwerkt werd in beide landen. „We kijken nauwelijks over de rand van ons eigen bord heen.”

In Duitsland ging de viering van het einde van de oorlog decennialang stilzwijgend voorbij. De dit voorjaar overleden oud-president Richard von Weizsäcker bracht daar met zijn beroemde toespraak van 1985 verandering in. Bij de herdenking toen noemde hij 8 mei 1945 niet alleen een dag van de nederlaag, maar ook de dag waarop het Duitse volk werd „bevrijd” van het naziregime. Een uitspraak van onschatbare waarde, zegt Blank.

Na de capitulatie zetten de geallieerden de wodka en cognac op tafel. Het feest duurde tot in de vroege ochtenduren. Daarom wordt hier nu jaarlijks op 8 mei een ”vredestoast” uitgebracht.

Ook al hangen de vlaggen nog altijd gebroederlijk in de capitulatie­zaal, vorig jaar vierden de Russen en de Oekraïners die herdenking niet mee vanwege het uitbreken van het conflict tussen beide landen. Margot Blank hoopt –tegen beter weten in– dat ze er dit jaar wel bij zijn. „Oorlog begint in je hoofd met het creëren van een vijandbeeld. Het zou mooi zijn als we hier ondanks onze verschillen samen de vrede kunnen vieren.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer