Onzekerheid en welzijn
Nederland is en blijft een mooi land om in te wonen. Welk ranglijstje van welvaart of welzijn je ook neemt, Nederland staat steevast in de bovenste regionen. En een daling in de geluksscore volgens het World Happiness Report ontvangen we schouderophalend. We zijn immers gedaald van het op drie na gelukkigste land naar plek zeven. Nog steeds in de top tien dus. En wat zegt geluk nu eigenlijk? Economische groei is toch veel belangrijker? En die neemt toch weer toe?
Desondanks laat de ontwikkeling in dit ranglijstje wel aspecten van welvaart zien die vaak worden vergeten: de kwaliteit van sociale verbanden en onzekerheid beïnvloeden het welzijn. Ook in Nederland.
Het rapport over het geluk in de wereld, inmiddels de derde editie, geeft een mooi beeld van de mondiale geografische geluksverdeling. Weinig verrassend daarbij is dat wij in het gelukkige deel van de wereld wonen: inwoners van westerse landen zijn grosso modo gelukkiger dan de rest van de wereld.
In de top twintig is Costa Rica op plek twaalf het enige niet-westerse land. Bhutan, dat als officieel beleid het maximaliseren van het geluk heeft, komt op dit gestandaardiseerde lijstje zelfs niet verder dan plek 79 van de 158 opgenomen landen.
Wat mij vooral opviel aan het rapport is de verschuiving sinds 2005. In sommige regio’s, zoals in Latijns-Amerika, hebben landen in de afgelopen tien jaar overwegend een stijging gezien van het geluk, terwijl er in andere regio’s, zoals in West-Europa, sprake was van een daling. Dit had een duidelijke link met de economische ontwikkeling in die regio’s maar, zo zeggen de onderzoekers, dat verklaart niet alles.
En dat ”niet alles” is een interessante. Daarin zitten andere ontwikkelingen, met als belangrijke dat een economische crisis verschillende dingen kan doen met de sociale cohesie en zekerheden in een land. Zo kan een crisissituatie in sommige gevallen leiden tot een sterkere sociale cohesie doordat mensen elkaar gaan helpen. Het andere kan ook gebeuren: groepen die sterker tegenover elkaar staan en in een sfeer van verwijten gaan radicaliseren. Het verschil zit ’m in onzekerheid en de ”social fabric”: zien de mensen nog perspectief in die onzekere omgeving, en hoe sterk zijn de instituties die ervoor zorgen dat mensen iets voor elkaar overhebben?
Toen ik dit las, moest ik aan een nieuw boek van Robert Putnam denken, getiteld ”Our kids: The American Dream in Crisis”. Daarin geeft hij een beeld van een Amerikaanse samenleving waarbij het gebrek aan perspectief aan de onderkant, tezamen met een geïndividualiseerde maatschappij en grote inkomensongelijkheid, ervoor zorgen dat een hele klasse aan de onderkant geen zekerheid heeft en daardoor niet of nauwelijks in staat is een bestaan op te bouwen. Laat staan de American Dream van opwaartse mobiliteit te realiseren. Door het ontbreken van baanzekerheid en de lage lonen van de baantjes die er wel zijn, ontbreken het perspectief en de mogelijkheid om daadwerkelijk een bestaan op te bouwen. En hulp van rijkere medeburgers valt niet te verwachten. Putnam ziet dat als een van de belangrijkste oorzaken dat huwelijken aan de onderkant van de samenleving zo vaak stranden, kinderen verwaarloosd worden en er ook voor hen geen toekomst is. Sociale stratificatie langs opleidingsniveau is dan een logisch gevolg van verwekende sociale verbanden.
Terug naar Nederland. Ons land is zoals gezegd ook gedaald op de geluksranglijst, vooral door economische tegenwind. En Nederland heeft weliswaar niet te maken met het extreme ”our kids”-syndroom van de VS, aangezien bij ons bijvoorbeeld de inkomensongelijkheid bij lange na niet zo hoog is. Maar wel zijn de sociale verschillen en de solidariteit tussen opleidingsniveaus volgens het SCP ook in Nederland groter geworden. En daar komt nog iets bij. Ook in Nederland wordt het voor jongeren steeds lastiger een bestaan op te bouwen. Een vaste baan is steeds moeilijker te krijgen, laat staan een huis kopen. Dit en de verdergaande individualisering en verwijdering tussen groepen leiden ertoe dat geluk ook in Nederland kan dalen.
En dat is dus ook gebeurd. Dat de economische groei weer toeneemt, doet daar niets aan af.
De auteur is hoofd internationaal onderzoek bij Rabobank Nederland.