Volgens de hulporganisaties wordt op het ogenblik alles op alles gezet om te zorgen dat daklozen zo snel mogelijk onderdak en voldoende voeding krijgen. De moessontijd in juni is in aantocht en nu al regent het veel. Voorkomen moet worden dat besmettelijke ziektes uitbreken, zeggen de organisatoren van de actie voor Nepal. Het is daarom een race tegen de klok om voor het regenseizoen zo veel mogelijk noodkampen in te richten.

Ruim 366.000 huizen zijn verwoest of beschadigd door de aardbeving van 25 april en de aardschokken die daarop volgden. Rond de Nepalese hoofdstad Kathmandu zijn volgens de hulporganisaties 58 noodkampen ingericht, waar naar schatting 37.500 daklozen zijn ondergebracht. In verwoeste dorpen worden tenten verstrekt. Veel ontheemden schuilen in scholen of kerken die de aardbeving hebben doorstaan.

„Het is cruciaal dat mensen tijdelijk onderdak hebben om zich te beschermen terwijl ze hun huis weer opbouwen”, zegt Lex Kassenberg, landendirecteur van CARE in Nepal. Deze hulporganisatie wil met geld van Giro555 de komende maand 30.000 mensen voorzien van tentdoek en touwen om daarmee een tijdelijk behuizing te bouwen.

Er bestaat verder gevaar voor de uitbraak van cholera omdat rioleringssystemen kapot zijn gegaan, maar die breuken in de grond niet zichtbaar zijn. „Mensen weten daardoor niet dat hun drinkwater mogelijk besmet is met afvoerwater”, aldus Pepijn Trapman, noodhulpcoördinator van ICCO en Kerk in Actie. Die twee organisaties hebben 15.000 mensen voorzien van noodhulppakketten met dekens en drinkwater.

Unicef zorgt met geld van Giro555 dat ondervoede kinderen worden opgespoord. Oxfam Novib heeft 60.000 mensen toiletvoorzieningen, drinkwater en noodopvang verstrekt. En Save the Children heeft 50.000 mensen tentzeilen, keukengerei en dekens gegeven.