Broers blijven uit angst voor wraak weg bij rechtszaak
De broers A. en J. B. uit Zaandam durfden dinsdag niet naar de behandeling van hun eigen strafzaak bij de rechtbank in Den Haag te komen omdat ze bang waren voor woedende Molukkers. De zaak is voor onbepaalde tijd uitgesteld.
De volgende keer komen de broers onder politie-escorte naar de rechtbank. De twee (22 en 23 jaar oud) moesten terechtstaan wegens poging tot doodslag omdat zij op 25 april, tijdens de herdenking van het uitroepen van de Vrije Republiek der Zuid- Molukken, met hun auto’s inreden op Molukse demonstranten. Daardoor raakte een aantal mensen zwaargewond.
De broers zeggen dat ze in paniek vol gas achteruitreden nadat ze bij toeval waren ingesloten door horden woedende demonstranten die op hun ruiten begonnen te slaan.
Hoewel de broers hun raadsman H. Belfor hadden gemachtigd om dinsdag namens hen op te treden, werd de strafzaak niet afgedaan. De rechtbank besloot -op advies van de aanklager-de twee verdachten een volgende keer onder escorte op te laten halen. Volgens de raadsman zijn de broers de afgelopen maanden geregeld bedreigd en hebben zij zelfs moeten onderduiken. Molukse jongeren zouden achter hun telefoonnummer zijn gekomen doordat het mobieltje van een van de broers op de plaats des onheils was blijven liggen.
Dinsdag waren er diverse veiligheidsmaatregelen genomen bij het Haagse paleis van justitie, maar er kwamen slechts enkele Molukse belangstellenden opdagen.