Nijkerkers en Barnevelders herbeleven evacuatie 1940
NIJKERK. De oudste van hen was niet ouder dan 16, in de meidagen van 1940. Een kleine honderd 80-plussers beleven volgende week zaterdag opnieuw hoe ze werden geëvacueerd. In twee oude autobussen volgen ze de route die ze toen van Nijkerk naar Harderwijk aflegden.
Op 10 mei 1940 moesten 24.000 inwoners van Nijkerk en Barneveld en omliggende plaatsen huis en haard verlaten. Hun woningen stonden in het schootsveld van het Nederlandse leger, dat zich verweerde tegen de Duitse aanvallers. De evacués kregen onderdak in Putten, Ermelo, Harderwijk en Nunspeet.
Wim Buitenhuis (80) uit Harderwijk nam het initiatief voor de herdenkingstocht. Historische verenigingen hielpen hem erbij. Alleen een eenvoudige gevelsteen in het gemeentehuis van Putten herinnert aan de evacuatie: „Uit dankbaarheid aangeboden aan de burgerij van Putten door de ingezetenen van Nijkerkerveen, Appel en omgeving.”
Foto’s die een oud-Nijkerker hem liet zien van een gehavende stad en een uitgebreid verslag van een Nijkerkse jongen over de bewogen meimaand waren voor Buitenhuis aanleiding om onderzoek te doen naar de evacuatie. „Er is nooit veel aandacht voor geweest. Het waren maar vijf, zes dagen. Daar kwamen nog vijf oorlogsjaren overheen.”
Ingrijpend
Na de oorlog is er niet over gesproken. De narigheid was voorbij, het land moest worden opgebouwd. „De evacuatie was echter een ingrijpende gebeurtenis die niet mag worden vergeten. De evacués wisten niet of en wanneer ze hun huis zouden terugzien, en in welke staat het dan zou verkeren.”
De evacuatie was goed voorbereid, vertelt Buitenhuis. „De mensen wisten dat ze zouden vertrekken als het Duitse leger ons land zou binnenvallen. In de opvangplaatsen was huis voor huis nagegaan hoeveel evacués er een plaats konden krijgen en hoeveel voedsel er nodig was.”
De een werd wel gastvrijer onthaald dan de ander, weet de Harderwijker. „Sommigen moesten overdag maar zien hoe ze de uren doorbrachten.”
Dat de evacuatie nodig was, is voor hem geen vraag. „Zeker in Nijkerk hebben de oorlogshandelingen veel woningen flink beschadigd. Er zouden veel burgerslachtoffers zijn gevallen als de Nijkerkers waren gebleven.”
Buitenhuis schreef een boek over de evacuatie, dat volgende week wordt gepresenteerd. Daarin verwerkte hij herinneringen van zo’n veertig ooggetuigen, onder meer aan de tocht naar het evacuatieadres, soms op de fiets, met paard-en-wagen of lopend door steeds donker wordende bos.
W. Booi-Valk uit Nijkerk: „Opa ging apart met het ouderenvervoer; een grote veewagen met lange banken. Wij hadden nog niet allemaal een eigen fiets, de kleintjes zaten boven op de volgestouwde kar, de wat groteren fietsten zelf. Als je erg moe werd, werd er gewisseld.”
Honderden koeien
Het vee dat de evacués meenamen –voornamelijk koeien– was een verhaal apart, zegt de auteur. „De teruggave van de dieren verliep chaotisch. Velen kregen niet hun eigen beesten terug. Sommigen moesten genoegen nemen met koeien die niet al te best waren. Daar was veel onvrede over.”
„Het loeien van de honderden koeien in de graslanden langs de kuststrook vergeet ik nooit. Die dieren wilden gemolken worden”, vertelde Harderwijker Piet Kelderman, toen 9 jaar, aan Buitenhuis.
Ermelo krijgt een pluim van Buitenhuis. „De Ermeloërs leverden een topprestatie. Er was afgesproken dat de Barnevelders voor hun vertrek het adres voor hun logies zouden ontvangen. De labels waren echter niet aanwezig. Bij aankomst in Ermelo, tegen de avond, stond iedereen met de handen in het haar. Tot overmaat van ramp kwamen ook terugtrekkende militairen met hun bagage, paarden en materieel Ermelo binnen. Toch kreeg iedereen onderdak.”
”Zij die moesten vluchten”, Wim Buitenhuis; uitg. Buitenzorg, Ermelo, 2015; ISBN 978 94 9167 013 8; 136 blz.; € 16,95.