Pleidooi voor samenvoegen vmbo en havo
DEN HAAG (ANP). Het mbo, vmbo en de havo moeten op de schop. De havo en de twee hoogste niveaus van het vmbo moeten samengevoegd worden tot één opleiding van vijf jaar. De vier verschillende niveaus waar het mbo nu uit bestaat, moeten uit elkaar getrokken worden. Op die manier worden scholieren langer en beter voorbereid op hun vervolgopleiding.
De MBO Raad, de Nederlandse Raad voor Training en Opleiding (NRTO) en de Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB) pleiten voor deze drastische veranderingen in een woensdag gepubliceerd manifest. Zij hopen dat dit ‘voorbereidend beroepsonderwijs’ over tien jaar is doorgevoerd. Het zou een van de grootste onderwijshervormingen in de afgelopen decennia zijn. En, hoopt MBO Raad voorzitter Jan van Zijl, het zou het imago van het vmbo en mbo ook veel goed doen, want dat laat nu te wensen over.
De huidige vmbo- en havoleerlingen komen in de nieuwe opzet allemaal bij elkaar in dezelfde klas, maar de examens zijn op verschillende niveaus. Na de vijfjarige middelbare schoolopleiding, kan de leerling naar het mbo of het hbo. Het onderwijs op de twee laagste niveaus van het vmbo en op het vwo blijft zoals het nu is.
„Vmbo’ers moeten nu al heel vroeg kiezen welke richting ze op willen. Met de samenvoeging wordt dat keuzemoment gelijkgetrokken met leerlingen van de havo”, aldus de MBO Raad.
Het middelbaar beroepsonderwijs moet ook anders worden ingericht. Wat op het mbo nu nog de niveaus 3 en 4 genoemd worden is in 2025 volgens het manifest de kern van het middelbaar beroepsonderwijs. Niveau 2 wordt basis beroepsonderwijs genoemd, niveau 1 blijft hetzelfde.
De sectororganisatie voor het voortgezet onderwijs, de VO-raad, volgt de plannen met interesse maar heeft het manifest niet ondertekend. „Wij zijn het ermee eens dat er iets moet veranderen in het voortgezet onderwijs. Dat een scholier op zijn twaalfde al keuzes moet maken over zijn toekomst, vinden wij ook niet goed”, zegt voorzitter Paul Rosenmöller. „Maar of het samenvoegen van twee niveaus van het vmbo en de havo de oplossing is, vraag ik me af.”
Minister Jet Bussemaker (Onderwijs) noemt de plannen „interessant”.