Economie

Eenverdiener houdt van salarisstijging het minst over

DEN HAAG. Een stijging van het salaris levert voor alleenverdieners in Nederland stukken minder koopkracht op dan voor andere huishoudens. Ook ten opzichte van alleenverdieners in andere landen komt de Hollandse kostwinner er bekaaid vanaf.

Redactie politiek
28 April 2015 21:20Gewijzigd op 15 November 2020 18:32
beeld ANP
beeld ANP

Dat blijkt uit een analyse die het Centraal Planbureau (CPB) zondag heeft gepubliceerd en die verband houdt met het voornemen van het kabinet om via een belastinghervorming meer werkgelegenheid te creëren.

Het CPB becijfert hierin hoeveel procent van een stijging van het brutosalaris bij huishoudens niet resulteert in een hogere koopkracht, maar direct weer richting de staatskas vloeit in de vorm van hogere belastingen en premies of verloren gaat door een verlaging van toeslagen en heffingskortingen. Uit die CPB-berekeningen blijkt dat een gemiddeld eenverdienersgezin van iedere extra euro die hij verdient op die manier 58 eurocent direct weer inlevert.

Voor tweeverdienersgezinnen ligt die belastingdruk gemiddeld zo’n 7 procent lager. Dat komt met name doordat tweeverdieners dubbel profiteren van heffingskortingen zoals de arbeidskorting en de algemene heffingskorting en tweeverdieners met kinderen daarbovenop ook gebruik kunnen maken van de inkomensafhankelijke combinatiekorting.

Het CPB onderstreept dat de belastingdruk van eenverdieners niet alleen “relatief hoog” is in vergelijking met andere

huishoudens in Nederland, maar ook vergeleken met andere landen opvallend is.

Zo is volgens cijfers van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) de belastingdruk over het extra inkomen voor een Nederlandse eenverdienersgezin bijna twee keer zo hoog dan gemiddeld in de eurozone. De zogenoemde marginale belastingdruk is bijvoorbeeld voor Nederlandse eenverdienersgezinnen zo’n twee derde zwaarder dan in buurland Duitsland.

SGP-Kamerlid Dijkgraaf reageert geschokt op de cijfers van het CPB. „Nadat eerder al de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid en het NIBUD de noodklok luidden over de financiële positie van de eenverdieners, bevestigt deze CPB-studie dat de eenverdiener onder hevige druk staat. Van iedere extra euro die hij verdient, mag hij direct weer 58 cent inleveren bij de Belastingdienst. Vergeleken met ons omringende landen zijn eenverdieners in Nederland daarmee veel slechter af.”

Door de afbouw van de overdraagbare algemene heffingskorting zal het verschil tussen een- en tweeverdieners de komende jaren bovendien alleen nog maar verder groeien, stelt Dijkgraaf. „In het herfstakkoord heeft het kabinet aan ons beloofd de inkomenspositie van de eenverdieners te verbeteren. Eind vorig jaar heeft het kabinet dit nog eens nadrukkelijk toegezegd. Het is de hoogste tijd dat daar nu écht werk van wordt gemaakt.”

De oplossing moet wat Dijkgraaf betreft komen van een nieuw belastingstelsel. „De SGP wil niet dat de overheid mensen de arbeidsmarkt op jaagt enkel en alleen vanwege fiscale redenen. Het blijft cruciaal dat ouders voldoende zorg en aandacht kunnen besteden aan de opvoeding van hun kinderen of aan mantelzorg. Laat de regering kijken naar het Duitse systeem, namelijk een splitsingsstelsel. Dat zou een goede, structurele oplossing zijn om een eind te maken aan deze ondermijning van de positie van eenverdieners.”

In deze krant becijferde eerder al hoogleraar staats- en bestuursrecht Jos Teunissen (Open Universiteit) dat kostwinners door de afbouw van de heffingskorting tot ruim twee keer meer belasting betalen dan tweeverdieners met hetzelfde gezinsinkomen en dat door de maatregel van het huidige kabinet om heffingskortingen deels inkomensafhankelijk te maken, dat de komende jaren op kan lopen tot bijna drie keer zo veel.

Vorig jaar stelde de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) in een rapport al dat de kostwinner hierdoor steeds verder dreigt wegzakken in de inkomensverdeling. „Eenverdieners zijn hard op weg een kwetsbare groep te worden”, aldus de denktank van de regering.

Ook het Nibud sloeg onlangs alarm. Via een persbericht meldde het budgetinstituut vorige maand dat met name de 87.000 kostwinnersgezinnen met een modaal inkomen (circa 35.000 euro) een „risicogroep” vormt die „steeds meer moeite heeft met rondkomen en „feitelijk geld tekortkomt” om „echt mee te kunnen doen” in de maatschappij en mogelijk zelfs bezuinigen moet op voeding.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer