Joustra: Topper met veel zitvlees
Tjibbe Joustra (53) geldt in ambtelijk Den Haag als een absolute topper. Dat zijn carrière voorlopig eindigt in een rare interne affaire, oogt als een nare ontluistering. Zelf kon hij zich er vanmorgen nog niet bij neerleggen.
Joustra, geboren op 6 februari 1951 in Hengelo, maakte in Den Haag naam als topambtenaar op het ministerie van Landbouw. Bij dat ministerie begon hij ook zijn loopbaan, na een rechtenstudie aan de Rijksuniversiteit Groningen. In verbazend korte tijd klom hij door de ambtelijke organisatie op van wetgevingsjurist tot secretaris-generaal.
Met zijn 36 lentes was Joustra zelfs de jongste secretaris-generaal ooit. Hij bleef het ook lange tijd, dwars door zware stormen heen. Varkenspest, gekkekoeienziekte, gifkippenaffaire, mond-en klauwzeercrisis, Joustra overleefde het allemaal. Zijn kalmte en zijn vastberadenheid staken af tegen een achtergrond van grimmig boerenprotest.
Ook interne stormen maakte Joustra mee. Diverse keren drong de Tweede Kamer erop aan dat de bezem door de ambtelijke top van Landbouw zou gaan. Elke vorm van creativiteit zou uit het departement zijn verdwenen. Het hardst werd er begin jaren negentig geroepen om het aftreden van Joustra. In een rapport van oud-minister Kroes werd de ambtelijke top onder meer weggezet als „contraproductief.”
Joustra bewees echter een overlever te zijn. In de jaren onder de landbouwministers Braks (CDA), Bukman (CDA), Van Aartsen (VVD), Apotheker (D66) en Brinkhorst (D66) ging de hele organisatie op de schop, maar Joustra bleef zitten. Pas nadat hij zelf naar iets anders op zoek was gegaan, kwam zijn vertrek ook daadwerkelijk.
In eerste instantie poogde Joustra topman van landbouw- en voedselorganisatie FAO van de Verenigde Naties te worden. Toen dat mislukte, bleek hij een belangrijke kandidaat voor de aansturing van het pas opgerichte UWV, de megaorganisatie die voortkwam uit GAK, Cadans, Uszo, SFB en GUO. In 2002 ging Joustra daar aan het werk.
De resultaten die Joustra met het UWV behaalde zijn goed, maar de relatie met de politiek is dat allerminst. Hij struikelt nu over de huisvestingskosten. Vanmorgen kon hij zich daar nog niet bij neerleggen. Voor de radio betwistte hij minister De Geus verkeerd te hebben geïnformeerd. Verder zei hij niet te willen vertrekken. Hij suggereerde het verbreken van zijn „normale arbeidsverhouding” te zullen aanvechten bij de rechter.