Bamboe moet ontbossing keren
HARARE (IPS). Afrika ontbost elk jaar een oppervlakte zo groot als Zwitserland. De snelle opkomst van bamboeplantages als alternatief stemt milieuactivisten tevreden. Mensenrechtenactivisten zijn sceptisch. „De plantages zijn niet in handen van lokale boeren.”
De snelle ontbossing van Afrika is een van de grootste uitdagingen waar het continent tegenwoordig mee moet afrekenen.
Volgens het Milieuprogramma van de Verenigde Naties (UNEP) verliest Afrika jaarlijks meer dan 4 miljoen hectare aan bos. Dat is vergelijkbaar met de oppervlakte van Zwitserland. Ontbossing is verantwoordelijke voor een vijfde van de wereldwijde CO2-uitstoot.
De razendsnelle ontbossing betekent echter ook een kans voor de bamboesector. Bamboe is een houtachtige grassoort die erg snel groeit en in een seizoen tot volle wasdom kan komen.
Multinationals zoals EcoPlanet Bamboo hebben hun activiteiten uitgebreid naar Afrika, waar het bamboe als milieuvriendelijk alternatief promoot voor de houtverwerkingsindustrie die momenteel afhankelijk is van de houtoogst uit de natuurlijke bossen in Afrika.
Volgens het bedrijf en enkele Afrikaanse milieuactivisten kan commercieel geteelde bamboe een oplossing bieden voor de schadelijke effecten van ontbossing en landdegradatie. Als bamboe geteeld wordt op land dat voor weinig andere zaken in aanmerking komt, kan het volgens hen sterk bijdragen tot het herstel van het ecosysteem.
Mensenrechtenactivisten zijn echter sceptisch over de ontwikkeling. „Bamboeplantages zijn zeker een goed idee”, zegt de Zimbabwaanse mensenrechtenactivist Terry Mutsvanga. „Alleen leiden ze ook tot de angst dat de snelle opbrengsten arme Afrikanen zal verleiden om hierin te investeren in plaats van in de voedselteelt.”
Mutsvanga vreest dat kleine duurzame boerderijen zullen verliezen van de grote, buitenlandse exportgerichte bedrijven die eropuit zijn zo veel mogelijk plantages te installeren.
Bamboe wordt tot nog toe geteeld door kleine boerengemeenschappen. De Mount Selinda Women’s Bamboo Association in Zimbabwe kreeg bijvoorbeeld financiële steun van het Internationaal Fonds voor Landbouwontwikkeling (IFAD), dat bamboe aanprijst als het „armemensenhout.”
IFAD roemt de bijdrage van bamboe in de strijd tegen de armoede en stelt dat het materiaal ook kan worden gebruikt voor de vervaardiging van boten, keukengerei, houtskool en schoenen.
Op dit moment bouwt EcoPlanet Bamboo een voormalige ananasplantage om tot een bamboeveld in de Zuid-Afrikaanse Oost-Kaap, voor de productie van biohoutskool voor de lokale markt en voor export.
„De plantages zijn niet in handen van de zwakken in onze samenleving”, zegt de Nigeriaanse dichter en activist Nnimmo Bassey echter. „Ze zijn eigendom van bedrijven of rijke individuen met sterke economische en soms politieke connecties. Dat betekent verlies van terrein en van inkomsten voor de lokale bevolking.”