Onterecht lintje in Utrecht
UTRECHT (ANP). In Utrecht heeft iemand vrijdag ten onrechte een koninklijke onderscheiding gekregen. Volgens de gemeente was er een lintje aangevraagd voor iemand die echt bestaat en zijn de goede papieren meegestuurd, maar stond iemand anders op het podium bij de burgemeester. „We gaan nu onderzoeken wat er is misgegaan. We weten nog niet hoe het is gebeurd”, zegt een woordvoerster van de Domstad.
Het VARA-programma RamBam zegt achter de actie te zitten. „We waren benieuwd in hoeverre voordrachten worden gecontroleerd. We hebben een lintje aangevraagd voor een bestaand persoon, die ervan wist. Daar hebben we eigenlijk een heel cv omheen verzonnen met goede doelen, zoals teckels en eco-tuinen”, zegt presentator Jelte Sondij.
Bij de voordracht moesten vijf referenties. „Drie van die mensen bestaan helemaal niet. Twee anderen wel, maar zij zijn nooit gebeld of gemaild. Ook de projecten zijn nooit gecheckt. Als ze hadden gegoogled, zouden ze binnen drie minuten hebben gezien dat het flauwekul was. Eigenlijk ging het zo makkelijk, daar waren we verbaasd over.”
De redactie kreeg op 1 april een brief dat de voordracht was goedgekeurd en hun persoon een lintje kreeg. M. Simons mocht zich Lid in de Orde van Oranje-Nassau noemen. Sondij: „Ik heb vanochtend een plakbaard en een pruik opgedaan. Je loopt naar binnen, gaat zitten, je wordt het podium opgeroepen, krijgt een lintje opgespeld en gaat weer naar buiten. Ik heb me ook niet hoeven identificeren.”
Sondij wil het lintje binnenkort teruggeven aan de gemeente. „Ik snap het belang ervan, het is een serieuze onderscheiding voor mensen die echt goede dingen hebben gedaan. Ik verdien het niet. Of misschien hierdoor juist wel, dat zou ook kunnen.”
De Utrechtse burgemeester Jan van Zanen, die het lintje opspeldde bij Sondij, laat in een reactie weten dat het „jammer zou zijn als zo’n bijzonder moment door een onjuiste uitreiking zou worden ontsierd”.
Wie vindt dat iemand een lintje verdient, moet daarvoor een aanvraag indienen bij de burgemeester. Die stuurt de aanvraag door naar de commissaris van de Koning, die naar het Kapittel voor de Civiele Orden gaat. Dat legt de aanvraag voor bij de betrokken minister, die uiteindelijk de goedkeuring verleent. Het staatshoofd ondertekent elke toekenning bij Koninklijk Besluit. Het is niet duidelijk wie verantwoordelijk is voor het controleren van de voordrachten.