Binnenland

Politiek komt dichter bij bestuurders

De politiek dichter bij de burger brengen. Daar ging het maandag om op de allereerste vergadering van de Tweede Kamer met een bewindsman buiten Den Haag. Is de opzet geslaagd? „Wat is hier eigenlijk aan de hand?”

Kees de Groot
17 February 2004 10:13Gewijzigd op 14 November 2020 00:58
VEENDAM – Voorzitter van de Tweede Kamer Weisglas (r.) praatte maandag met minister Veerman (l.) van Landbouw en J. Atsma, voorzitter van de landbouwcommissie, in het waterschapshuis van het waterschap Hunze en Aa’s in het Groningse Veendam. Het is voor
VEENDAM – Voorzitter van de Tweede Kamer Weisglas (r.) praatte maandag met minister Veerman (l.) van Landbouw en J. Atsma, voorzitter van de landbouwcommissie, in het waterschapshuis van het waterschap Hunze en Aa’s in het Groningse Veendam. Het is voor

Niet iedereen in Veendam is zich bewust van de historische gebeurtenis in zijn woonplaats. Langsfietsende scholieren kijken verbaasd op van de vele auto’s die voor de deur van het kantoor van waterschap Hunze en Aa’s zijn geparkeerd. „Weet jij eigenlijk wat hier aan de hand is?” vraagt er een. „Nou, nee”, antwoordt zijn medereiziger. Zijn oorbel beweegt heftig mee als hij zijn onwetendheid hoofdschuddend kracht bijzet. Een jongeman voor de ingang vraagt zich af of de Tweede Kamer „om technische redenen of zo” op locatie vergadert.

Gelukkig voor Tweede-Kamervoorzitter Weisglas is niet iedereen zo slecht op de hoogte van zijn experiment om de Kamer buiten Den Haag te laten vergaderen. Hij wil zo de betrokkenheid van de burger bij de politiek vergroten. Honderden belangstellenden zijn op de gelegenheid in het waterschapskantoor afgekomen. Echter, niet zozeer de gewone kiezer, maar vooral vertegenwoordigers van lokale en provinciale overheden en van landbouworganisaties. GroenLinks-kamerlid Van Gent beaamt dat. „Het zijn vooral bestuurders die hierheen zijn gekomen.” Haar collega Van Velzen (SP) trekt dezelfde conclusie. „De mensen die ik hier zie, zitten ook op de publieke tribune in Den Haag.”

En dat terwijl de hele opzet van het experiment erop is gericht de gewone man naar de kamerleden te lokken. Het te bespreken onderwerp, de Veenkoloniën, leent zich daar uitstekend voor, is vooraf de verwachting. Het gaat om een belangrijk regionaal onderwerp. Het gebied kampt met een grote werkloosheid, landschap en natuur moeten er worden opgekrikt en er moet meer worden geïnvesteerd in wonen en recreatie.

Gedurende het rondetafelgesprek ’s morgens zetten diverse organisaties, zoals de Streekraad Oost-Groningen en MKB-Noord, hun wensen nog eens op een rijtje. De landbouwwoordvoerders van de kamerfracties kunnen die dan ’s middags naar eigen inzicht voorleggen aan minister Veerman van Landbouw in een officiële kamervergadering, een zogeheten algemeen overleg. De aandacht voor de insprekers is groot, maar de betrokkenheid bij het onderwerp is hier dan ook groter dan bij de gemiddelde schoolklas die de tribunes op het Binnenhof bezet.

Kosten noch moeiten zijn gespaard om de vergaderzaal behoorlijk aan te kleden. „Enkele duizenden euro’s” zijn volgens commissiegriffier Van Leiden gespendeerd aan het optuigen van de vergadertafel, het plaatsen van verwarming en videoschermen. En aan bodes, beveiliging, catering en mediafaciliteiten. De pers is massaal op komen dagen voor deze unieke gebeurtenis.

Verschillende parlementariërs doen hun uiterste best de harten van het publiek te winnen door nu en dan een zinnetje Gronings dialect te laten vallen. VVD-kamerlid Snijder-Hazelhoff fleurt haar bijdrage op door een gedicht uit eigen werk in de streektaal op te dragen. Gronings statenlid T. Deinum-Bakker schudt op de publieke tribune meewarig haar hoofd. Dit gaat haar klaarblijkelijk iets te ver. Ze is daarentegen wel tevreden over de kamervergadering op locatie. De politiek komt op deze manier „zeker” dichter bij de burger, denkt ze. Deinum prijst vooral het laagdrempelige karakter van de bijeenkomst.

CDA-kamerlid Schreijer-Pierik, die veel contact heeft met kiezers uit haar regio, is aan het eind van de dag positiever dan ze ’s morgens was, erkent ze. „Je hebt hier veel partijen dicht bij elkaar, ook de bewoners van het gebied.” Kamervoorzitter Weisglas heeft aan twintig minuten aanwezigheid genoeg om de loftrompet te steken over de uitwerking van zijn experiment. „Het voldoet aan mijn verwachtingen”, concludeert hij. „Mijn spontane gevoel is dat we dit af en toe moeten blijven doen.” Atsma, voorzitter van de landbouwcommissie, is eveneens tevreden. „Het experiment is zeker gelukt.”

ChristenUnie-kamerlid Slob plaatst een relativerende kanttekening bij de euforie. „Je kunt wel naar de mensen toegaan, maar dan moet je er wel iets mee doen. Als je gewekte verwachtingen niet waarmaakt, neemt het vertrouwen in de politiek alleen maar af.” Ronduit negatief is SP’er Van Velzen. „Het is net een reizend circus. Als je echt de gewone burger wilt bereiken, moet je niet hier op maandagmorgen om tien uur gaan vergaderen, maar ’s avonds om acht uur in een dorpshuis, met een kopje koffie.”

Minister Veerman vindt de vergadering op locatie „voor herhaling vatbaar.” Om er lachend aan toe te voegen: „De bodes hebben zo ook eens een leuk dagje uit.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer