Opschorten ouderbijdrage jeugdzorg ondoordacht
Een steeds groter wordende groep gemeenten schort de ouderbijdrage in de jeugdzorg op. Dat is ondoordacht en onwenselijk, betogen Peter Boudewijn BSc en Jeroen van der Laan MEd.
Na jaren van voorbereiding zijn per 1 januari de veelbesproken decentralisaties ingevoerd. Daarmee zijn gemeenten verantwoordelijk geworden voor jeugdzorg, werk en inkomen en zorg aan langdurig zieken en ouderen.
Zonder twijfel is het uitvoeren van de jeugdzorg de omvangrijkste operatie. Gemeenten moeten nu uitvoer geven aan jeugdbescherming en -reclassering en zijn verantwoordelijk voor de geestelijke gezondheidszorg van jongeren. Bij bepaalde vormen van zorg zijn ouders verplicht om een ouderbijdrage te betalen. Het betreft dan hulp waarbij het kind buiten het gezin verblijft, zoals in een pleeggezin of in een ggz-instelling. Steeds meer gemeenten weigeren echter om een ouderbijdrage te innen. De gemeenten Haarlem en Zandvoort waren de aanjagers, intussen zijn meer dan honderd gemeenten hen gevolgd.
Naar aanleiding van signalen uit de gemeenten en vragen vanuit de Tweede Kamer is Van Rijn een onderzoek gestart naar de gevolgen van deze ouderbijdrage. Voorstanders van opschorting wijzen op de hoge kosten van het uitvoeren van deze maatregelen en vinden het onuitvoerbaar omdat de it-systemen niet op elkaar aansluiten. Dit zijn echter vooral veronderstellingen, waarbij de onderbouwing ontbreekt. Daarnaast stellen ze dat deze ouderbijdrage een drempel opwerpt, met het risico dat zorgmijding toeneemt.
Vrijstelling
Met de opschorting door gemeenten zijn we het niet eens. De nu gewraakte ouderbijdrage is niet nieuw en stond al in de voormalige Wet op de jeugdzorg. Daarmee is dus geen sprake van een beleidswijziging. Bovendien zijn er geen concrete aanwijzingen voor meer zorgmijders vanwege deze maatregel. Het onderzoek van de staatssecretaris zal ook op deze vraag ingaan. Sterker nog, door de jeugdzorg middels een jeugdteam op een lokale schaal te organiseren zal de zichtbaarheid en nabijheid alleen maar toenemen.
Daarnaast kan er geen probleem ontstaan voor huidige cliënten, aangezien er overgangsrecht geldt. Daardoor is er voor jeugdigen met een huidige indicatie het hele jaar 2015 geen ouderbijdrage verschuldigd. De wetgever heeft al een uitzondering gemaakt voor een groep mensen die deze ouderbijdrage niet kan betalen. Dit wordt de zogenaamde hardheidsclausule genoemd, waarmee maatwerk kan worden geboden om zorgmijding te voorkomen. Zo worden mensen in de bijstand, gedetineerden, asielzoekers en ontvangers van noodhulp vrijgesteld.
Consequenties
Dat al deze gemeenten besluiten om de ouderbijdrage te schrappen is kwalijk. Het lijkt op een hype, waarbij veel gemeenten standaardmoties van elkaar overnemen, waarin wetsteksten uit de Jeugdwet worden geciteerd waaruit ruimte zou blijken voor het afschaffen van deze ouderbijdrage. Dit is echter niet het geval. Het niet innen van de ouderbijdrage gaat tegen de wet in.
De essentie van de ouderbijdrage is juist. Het is terecht dat je als ouder een bijdrage betaalt als je kind buiten het gezin wordt verzorgd en opgevoed. We zijn bezorgd over de mogelijke juridische consequenties. Want als de staatssecretaris de ouderbijdrage niet afschaft, gaan dan de betreffende gemeenten de ouderbijdrage alsnog innen, met terugwerkende kracht?
Ten slotte: afschaffing van de ouderbijdrage heeft behoorlijke financiële consequenties. Bij afschaffing zou het macrobudget voor gemeenten met ruim 26 miljoen euro verhoogd moet worden.
Dat steeds meer gemeenten de ouderbijdrage weigeren te innen, is dus ondoordacht en onwenselijk. Wij pleiten ervoor om de resultaten van het onderzoek van de staatssecretaris af te wachten en tot die tijd conform de wet te acteren.
De auteurs zijn beiden raadslid namens de SGP/ChristenUnie te Hendrik-Ido-Ambacht met in hun portefeuille onder meer de decentralisaties.