De bewindsvrouw schrijft in een brief die ze maandag aan de Tweede Kamer heeft gestuurd dat er geen enkele aanleiding is om de autoberging op een andere manier op te zetten dan nu het geval is. Het bureau Berenschot heeft op verzoek van de minister onderzoek gedaan naar de aanrijtijden na een pechgeval of een ongeval. Daaruit blijkt dat de aanrijtijden sinds de introductie van de zogenaamde Stichting Incident Management Nederland (SIMN) in 2002 gelijk zijn gebleven. De aanrijtijden voor de berging van vrachtauto’s zijn verkort.

De Stichting Incident Management Nederland is een samenwerkingsverband van acht alarmcentrales. Het doel was dat na een melding door de politie kapotte auto’s sneller zouden worden opgehaald en de fileoverlast beperkt zou blijven. De SIMN heeft besloten Nederland in te delen in regio’s en per regio alleen gebruik te maken van het goedkoopste autobergingsbedrijf. Vroeger schakelde de politie direct de bergers in.

Een aantal bergers is door het nieuwe systeem grotendeels brodeloos geworden. Een van hen heeft een rechtszaak aangespannen tegen een berger die wel door de SIMN wordt ingeschakeld.

De Hoge Raad heeft vorige maand uitgesproken dat ook de berger die een klus niet is gegund zijn diensten mag aanbieden aan gestrande automobilisten, dat het contract tussen de SIMN en een berger niet exclusief is en dat een automobilist degene in mag schakelen die hij wil. De benadeelde bergers vinden dat de politie nu de berger kan oproepen die het meest dichtbij en het veiligst is.

Minister Peijs gaat in haar brief uitgebreid in op het arrest van de Hoge Raad. Zij is van mening dat de uitspraak geen algemene werking heeft en dat die geen gevolgen heeft voor de organisatie van de SIMN.

De Tweede Kamer die vanmiddag en vanavond over de kwestie debatteert, lijkt niet overtuigd door de brief van de minister. De Kamer heeft al eerder uitgesproken dat de minister moet ingrijpen. De Kamer wil dat, net als vroeger, de dichtstbijzijnde berger wordt ingeschakeld in plaats van bergers ver uit de omtrek. PvdA, VVD en LPF, die samen een nipte meerderheid hebben, zijn zeer kritisch over de brief van de minister en vinden dat de bewindsvrouw in moet grijpen.