Amstelveense wapens waren „bijna-ramp”
De vondst van grote hoeveelheden explosieven en chemicaliën in een woning in Amstelveen in september was een „sluipende crisis die ernstige vormen had kunnen aannemen.”
Het was geen ramp, maar had daartoe wel kunnen uitgroeien, is de conclusie van de gemeente Amstelveen na een intern onderzoek. Bij vergelijkbare incidenten in de toekomst moet de gemeente „handelen als ware het een ramp”, aldus burgemeester M. Kamphuis maandag.
Op 6 september begonnen leden van de Explosieven Opruimingsdienst en het Nederlands Forensisch Instituut met het leeghalen van de woning van de voormalige scheikundeleraar René P., die tot de nok gevuld bleek te zijn met explosief materiaal. Bewoners van vijftien woningen in de directe omgeving konden dagenlang hun huizen niet in wegens explosiegevaar.
Een dag eerder vond de politie in een andere Amstelveense woning van P. raketten, explosieven, landmijnen en munitie. Enkele uren daarna trof zij de chemicaliën aan in de tweede woning van P. aan de Amsterdamseweg. Experts concludeerden in eerste instantie dat er geen dringende redenen waren om in te grijpen. Omdat er geen acute rampsituatie bestond, was de telefooncentrale van de gemeente die vrijdagmiddag onbemand, waardoor telefoontjes van verontruste bewoners onbeantwoord bleven.
„Het was niet onmiddellijk duidelijk wat we konden aantreffen”, aldus Kamphuis. Justitie vond de situatie echter „verdacht.” Daarna werden voorbereidingen getroffen voor de evacuatie van de omwonenden en kregen experts inzicht in de ernst van de situatie. De gemeente riep toen ook de „rampenstaf” bijeen en begon met actieve communicatie richting omwonenden.
De gemeente concludeert dat zij „het niet slecht” heeft gedaan, maar zegt dat in het begin te veel werd geïmproviseerd. Voortaan moet de gemeente meteen werken volgens het rampenplan, luidt de aanbeveling.
Omwonenden van het pand aan de Amstelveensweg willen niet dat P. ooit nog terugkeert, maar de gemeente zegt niet over middelen te beschikken om terugkeer van de wapenfanaat te voorkomen. „Juridisch gezien is dit primair een zaak tussen betrokkene en de eigenaar van het pand.”
Justitie is nog bezig met het onderzoek naar P., bijgenaamd Ali Chemicali. Op 2 maart moet hij weer voor de rechter verschijnen.