Steeds meer ouderen langer aan het werk
Steeds meer ouderen blijven aan het werk. Ondanks de oplopende werkloosheid had vorig jaar 50,6 procent van de mensen tussen de 50 en de 64 jaar een baan. In 2002 was dat nog 50,2 procent.
Hoewel steeds meer ouderen een baan hebben, neemt de werkloosheid onder hen toe. Dat heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek maandag meegedeeld. Het gaat hierbij om de geregistreerde werkloosheid. De laatste jaren verlaten steeds minder ouderen de beroepsbevolking, dat wil zeggen dat zij beschikbaar blijven voor een baan van meer dan twaalf uur per week.
Dit betekent ook dat deze ouderen als werkloze worden geregistreerd als zij hun baan verliezen, terwijl zij vroeger uit de statistieken verdwenen. In 2002 stond 2,9 procent van de mensen tussen de 50 en de 64 jaar als werkloos in de boeken. Vorig jaar steeg dat naar 3,8 procent.
Overigens werken vooral de ’jongere’ ouderen. Van de mensen tussen de 50 en de 54 jaar was vorig jaar 70,3 procent aan de slag. De arbeidsdeelname van mensen van 55 tot 59 jaar was in 2003 53,4 procent. Van de 60-plussers werkte minder dan een op de vijf, aldus het CBS.
Van de Nederlanders tussen de 15 en de 64 jaar werkte in 2003 65,1 procent. In 2002 lag dit 0,5 procent hoger. Vorig jaar werkten 7,1 miljoen Nederlanders. „De daling van de werkgelegenheid deed zich geheel voor bij mannen. Het aantal mannen in de werkzame beroepsbevolking nam af met 48.000, terwijl het aantal vrouwen met 37.000 steeg”, aldus het statistisch bureau.