Veel fracties wilden weten waarom zijn ministerie een verslag van de Nederlandse ambassade in Kiev niet uit zichzelf aan de OVV had gegeven. Dat gebeurde pas begin dit jaar nadat er publiciteit over was geweest en de onderzoeksraad het document had opgevraagd. Het ging om een vertrouwelijk verslag van een bijeenkomst in Kiev waar diplomaten vorig jaar juli waren geïnformeerd over incidenten in het luchtruim boven Oost-Oekraïne.

Het is volgens Koenders aan de OVV om te bepalen wat relevant is voor het onderzoek. „De OVV vraagt, wij draaien”, zei hij. Volgens de wet mag het ministerie niet zelf selecteren wat het aan de OVV stuurt. De OVV moet in alle onafhankelijkheid bepalen welke documenten relevant zijn en daar om vragen. Het ministerie levert die documenten vervolgens.

Kamerleden wezen erop dat de onderzoeksraad niet weet wat hij niet weet. Dat maakt het lastig te vragen naar documenten waar het bestaan niet van bekend is. Koenders beaamde dat op zich, maar wees erop dat er vanuit zijn departement wel sprake is van een zo „pro-actief” mogelijke uitwisseling van gegevens.

De OVV kan ook een algemeen verzoek om informatie doen. Zo heeft de OVV begin januari gevraagd om alle communicatie tussen het ministerie van Buitenlandse Zaken en de ambassade in Kiev in de periode tussen 1 maart 2014 en 31 augustus 2014. Die documenten zijn geleverd, aldus Koenders en minister Ard van der Steur (Veiligheid en Justitie) eerder donderdag in een brief aan de Kamer.