Tsjetsjeense president zoekt vermisten op
Het achterhalen van het lot van honderden tijdens de oorlog vermist geraakte inwoners van Tsjetsjenië is een topprioriteit voor de Tsjetsjeense regering. Dat heeft de Tsjetsjeense president Achmad Kadyrov maandag gezegd op een bijeenkomst met buitenlandse journalisten.
Sinds het begin van de tweede Tsjetsjeense oorlog in 1999 zijn er talrijke berichten over verdwijningen van burgers in Tsjetsjenië geweest. Soms zouden de Tsjetsjeense separatistische rebellen achter de verdwijningen zitten, soms Russische soldaten.
In zijn gesprek met buitenlandse journalisten in de verwoeste Tsjetsjeense hoofdstad Grozny zei president Kadyrov dat hij zal „vechten” om duidelijkheid te krijgen over het lot van vermisten. Hij zei dat de vermisten voor hem de meest pijnlijke kwestie zijn sinds zijn benoeming tot leider van Tsjetsjenië door de Russische regering in 2000.
De Tsjetsjeense bevolking is het meest bevreesd voor de zogenaamde zatsjistki (veegacties): Russische soldaten en Tsjetsjeense politieagenten omsingelen een dorp en pakken alle jonge mannen op die worden verdacht van steun aan de rebellen. Tsjetsjeense burgers en mensenrechtenactivisten zeggen dat sommige van de opgepakte jongeren nooit zijn teruggekeerd en dat onbekend is waar zij zijn gebleven.
Sinds Kadyrov in oktober met ruime cijfers tot president van de Russische deelrepubliek werd gekozen, duiken steeds vaker verhalen op over de verdwijning van jonge mannen uit dorpen die zijn „schoongeveegd” door het privé-legertje van Kadyrovs zoon Ramzan. President Kadyrov weigerde commentaar te geven op de berichten over zijn zoon en zei dat vragen over diens militie aan Ramzan Kadyrov zelf gesteld moeten worden.