Commentaar: We zijn er nog lang niet met bed-bad-brood-regeling
Hè, hè, ze zijn eruit. VVD en PvdA hebben dé oplossing gevonden. Een fatsoenlijke bed-bad-brood-regeling blijft bestaan. Steek in je zak, PvdA. Die regeling wordt echter alleen van kracht in de vijf grote steden. En zij wordt, veel sterker dan nu, gericht op het daadwerkelijk uitzetten van uitgeprocedeerden. Steek in je zak, VVD.
Maar dat twee partijen een politiek compromis hebben bereikt en dat beide uitventen als een enorme prestatie, betekent natuurlijk niet dat daarmee ook het achterliggende maatschappelijke probleem uit de wereld is. Verre van dat.
Ga maar eens praten met een marechaussee die regelmatig belast is met het daadwerkelijk uitzetten van uitgeprocedeerde asielzoekers. En hoor van hem aangrijpende verhalen over hoe deze mensen vastgebonden en geblinddoekt moeten worden omdat ze anders zichzelf en de desbetreffende beambte schoppen, tot bloedens toe bijten en bespuwen.
En laat vervolgens nog iets beter tot je doordringen wat deze vluchtelingen ervoor over hadden om naar Europa te komen. Ze betaalden hun laatste centen aan een mensensmokkelaar, verlieten hun geboortegrond en stapten met gevaar van hun leven en dat van hun kinderen in een gammele boot om na talloze ontberingen hier in het rijke Westen aan te komen.
Díe mensen laten zich maar zeer moeilijk wegsturen. In 2005 wilde slechts 5 procent van alle duizenden, in Nederland uitgeprocedeerde asielzoekers meewerken aan vrijwillige terugkeer. Met tal van kunstgrepen (het meegeven van een bescheiden geldbedrag, het inzetten van zogeheten native counselors: landgenoten die de asielzoeker moeten overtuigen van het feit dat het thuisland écht wél veilig is) is dat percentage opgekrikt tot momenteel 18 procent. Maar het gros van de afgewezen asielzoekers wil dus niet terug naar het land van herkomst. Voor geen goud. En dus verdwijnt een groot deel van hen in de illegaliteit.
Welke bijdrage het gisteravond door VVD en PvdA gepresenteerde plan aan de oplossing van dít fundamentele probleem bijdraagt, zal de toekomst ons leren. Enige scepsis is, om allerlei redenen, op dit moment, zachtst gezegd, op zijn plaats. Zeker, papier is geduldig. En het nieuwe plan oogt hier en daar ingenieus. Maar hoeveel definitief afgewezen vluchtelingen gaan zich straks echt melden bij een van de vijf overgebleven bed-bad-brood-instellingen, in de wetenschap dat dit voor hen het laatste voorportaal is van daadwerkelijke uitzetting? Dat zou weleens vies kunnen tegenvallen. En wat gaan die mensen dan wél doen? Inderdaad, op straat zwerven. En wat gaan burgemeesters buiten de vijf grote steden dan doen? Inderdaad, toch weer opvangen.
Kortom, het smeden van een politiek compromis op het terrein waarop liberalen en sociaaldemocraten het meest van elkaar verschillen, kan tot op zekere hoogte knap genoemd worden. En toegegeven, het kabinet is voorlopig weer gered – en dat is natuurlijk ook wat waard. Maar dat we van het achterliggende maatschappelijke probleem nog lang niet af zijn en dat het maar de vraag is of we op dit terrein überhaupt iets zijn opgeschoten, staat eveneens als een paal boven water.