Binnenland

Willemijn van Gurp schreef eigen psalmboekje in Dachau

AMSTERDAM. Nederlandse gevangenen van het Duitse concentratie­kamp Dachau hebben in het Verzetsmuseum in Amsterdam een naam en een gezicht gekregen.

Redactie regio
23 April 2015 10:31Gewijzigd op 15 November 2020 18:24
Poster van de expositie ”Geen nummers maar namen" van het Verzetsmuseum. beeld Verzetsmuseum
Poster van de expositie ”Geen nummers maar namen" van het Verzetsmuseum. beeld Verzetsmuseum

Koning Willem-Alexander opende woensdag de tentoonstelling ”Geen nummers maar namen”. Daarin worden de ervaringen verteld van politieke gevangenen die tijdens de Tweede Wereldoorlog vastzaten in het kamp en daar door bewakers alleen met een nummer werden aangesproken.

Persoonlijke verhalen

Het museum toont met persoonlijke verhalen en voorwerpen hoe de Nederlanders in Dachau probeerden te overleven.

Gevangene Pim Boellaard kerfde een dambord in de deksel van zijn kampkist. Jaap van Mesdag wist zijn trompet mee te nemen en maakte daar muziek mee. En de destijds jonge vrouw Willemijn van Gurp schreef een liederen- en psalmenboekje.

Jongeren

Uitgangspunt voor de tentoon­stelling vormen biografieën die jongeren schreven over voor­malige Dachau-gevangenen.

In filmpjes vertellen jongeren in de tentoonstelling hoe de verhalen hen hebben geraakt. „We hebben er dankzij dit project een vriendin bij!” zegt Jop Bruin over Willemijn Petroff-van Gurp. „Zij zet ons aan het denken waar het in het leven echt om gaat.”

De 96-jarige Petroff-van Gurp onthulde samen met Jop Bruin 
en een andere jongere, Jelle Braaksma, een tentoonstellings­banier.

In Dachau zaten 2135 Neder­landers gevangen, onder wie 
200 vrouwen. Van hen zijn er nog tien tot vijftien in leven.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer