Hemelse taal uit een vernieuwd hart
Ds. Arthur Triggs (1787-1859), predikant van het Engelse Plymouth, zaaide niet alleen het zaad van Gods Woord, maar maaide ook de door Gods Geest gezegende vruchten.
Onlangs verscheen de tweede bundel brieven die ds. Triggs en Ruth Bryan (1805-1860) elkaar schreven in het Nederlands. Bryan woonde in Nottingham en mocht onder de prediking van ds. Triggs aren rapen. De briefwisseling tussen beiden werd eerder gepubliceerd in het tijdschrift ”Zion’s Witness”, kort voor het overlijden van ds. Triggs in 1859.
We kunnen deze correspondentie omschrijven als hemelse taal uit een vernieuwd hart, omdat Christus geheel centraal staat. Daarom onderscheidt deze briefwisseling zich van boeken waarin of de Naam Christus niet wordt genoemd of waarin Hij niet centraal staat. De wijze waarop Arthur Triggs en Ruth Bryan over Christus schrijven is bijzonder, omdat hun pen als gedoopt is in de liefde van Christus.
Beiden schrijven hoe zij als verloren zondaars in zichzelf uit Hem leefden en over Hem dachten, over Hem spraken en over Hem schreven als het nooit vermoeiende Thema. Voor beiden was Christus en Die gekruist het onderwerp dat heel hun leven en handelen in beslag nam. Christus de Bron van zaligheid was het onderwerp dat hen nooit verveelde of moe maakte. Christus was voor hen het onderwerp dat hun hart brandende maakte van liefde, een gegronde hoop op Hem verwekte en op Wie hun geloof zich richtte. Kortom, Christus was het heerlijkste, dierbaarste en aangenaamste onderwerp.
Hun woordkeus is gepast en duidelijk. Hun thema is christocentrisch en God verheerlijkend. Hun geloof is zuiver en geworteld in Christus. Hun leven is gestempeld door de oven van beproeving en door versterking in Christus, de Louteraar.
Hun brieven ademen de geur van Christus’ zalving en getuigen daarom van gezonde bevinding. Beide correspondenten waren niet in de waan om een Bijbel te maken van gestalten, gevoelens en diepe bevindingen, maar zij geloofden Gods Woord, vertrouwden op Christus en eindigden in God. We zijn ons bewust dat beiden één hart en gemoed hadden in de diepe waarheden van Gods Woord en dat beiden in Jezus Christus roemden Die –zoals Ruth het omschrijft– „onze hel heeft leeggedronken en Die onze tegenwoordige en eeuwige hemel is.”
Beiden waren aan elkaar verbonden in en door Christus zoals we in de aanhef van hun brieven kunnen lezen. Om een indruk te geven hoe Ruth inleefde dat zij nooit de heerlijkheid van Christus recht kon omschrijven, willen we het volgende van haar meedelen: „Geliefde broeder, mijn ziel is nu in vervoering gebracht over het onderwerp; ja, over het Voorwerp van het onderwerp, en de realiteit van de verborgenheid, die is: Christus alles en in allen. Wel, het heeft geen zin om door te gaan, want dan zou ik nog wel een vel papier met hetzelfde thema vullen – het is zo dierbaar en kostelijk en eindeloos. Als ik een hart, en een harp, en een stem had die even goed gestemd waren als die van David –ja, en wel duizend– dan zou alles, alles gebruikt worden tot lof van Hem.”
Ds. Triggs geeft in een van zijn brieven aan waar hij bijzonder veel van hield: „Dat de liefdesbezoeken aan en van Jezus steeds weer opnieuw plaatsvinden. Ik loof Hem ervoor dat ik ze, min of meer, dagelijks ervaar. Om deze reden merk ik een groeiende vertrouwdheid met Hem, en door Zijn fluisteringen, openbaringen en kussen wordt Hij steeds bekender met mij.”
Samenvattend kunnen we schrijven dat het de wens van beiden was om Christus te verheerlijken. Het is waar dat hemel en aarde ons niet kunnen bevredigen. Alleen Christus’ gemeenschap, liefde en tegenwoordigheid is de hemel van de hemel. We twijfelen er niet aan dat als deze briefwisseling met de toegevoegde geschiedenis over de bekering van het zigeunermeisje van Sherwood aan het hart gezegend wordt, ook Christus als het heerlijkste, dierbaarste en aangenaamste onderwerp zal worden geacht, en verlangd wordt om eeuwig bij Hem te zijn!
Boekgegevens
Christus verheerlijkt. Briefwisseling tussen een maaier en een arenraapster, deel 2, Ruth Bryan en Arthur Triggs; uitg. Brevier, Kampen, 2015; ISBN 978 94 158 367 4; 283 blz.; € 24,90.