De acht publieke omroepen zouden een groot deel van hun autonomie moeten inleveren, omdat ze nu nog te veel hun eigen doelen nastreven, staat in het plan. Niet alleen de gevestigde omroepen, maar ook producenten, mediabedrijven en talentvolle makers van buitenaf moeten als het aan de NPO ligt de mogelijkheid krijgen programma’s aan te bieden. Dit is in lijn met het omroepplan van staatssecretaris Sander Dekker (Media).

De NPO laat weten dat de plannen in juni definitief zijn en dat ze „in lijn zijn met wat de NPO en omroepen vorig jaar hebben afgesproken”. „De uitwerking vindt nu plaats in overleg met de omroepen. De voorstellen gaan over hoe de publieke omroep in het huidige, steeds groter wordende media-aanbod makkelijk vindbaar en duidelijk herkenbaar blijft.”

In het plan staat verder dat omroepen wordt gevraagd hun begrotingen op hoofdlijnen te delen. „De NPO gaat gerichter sturen op een doelmatige inzet van alle middelen, zowel van de programmakosten als van organisatiekosten.” Ook hiermee geeft de organisatie gehoor aan de oproep van Dekker, die eerder opriep volledige openheid te geven over de kosten van het maken van programma’s. Hij wil dat helder is waar het publieke geld naartoe gaat.

De programmering moet bovendien centraler worden bepaald door de inzet van speciale genrecoördinatoren. Zij werken naast de al bestaande zendercoördinatoren. „We willen meer de focus leggen op bepaalde genres. Ook gaan we scherper kiezen welke programma’s we aanbieden op welk kanaal en voor wie”, staat in het plan.

Eerder was al bekend dat de NPO het aantal websites rond programma’s drastisch wil minderen. Ook is er het voornemen om de omroepen zelf geen gemistdiensten meer te laten aanbieden.