Ploumen blijft kwart van ontwikkelingsbudget besteden via hulporganisaties
DEN HAAG. Minister Ploumen (Ontwikkelingssamenwerking) besteedt ook volgend jaar 25 procent van het ontwikkelingsbudget via maatschappelijke organisaties als ICCO en Cordaid.
Die toezegging heeft ze woensdag gedaan tijdens een Kamerdebat.
Op ontwikkelingshulp wordt al jaren fors bezuinigd. Mede daardoor slinkt ook de rijksbijdrage aan hulporganisaties. De steun voor ICCO liep de afgelopen jaren bijvoorbeeld terug van jaarlijks 130 miljoen euro naar 70 miljoen. Het moderamen van de Protestantse Kerk in Nederland had daarover deze week een bezorgde brief geschreven aan de minister.
De zorgen worden gedeeld door PvdA, CDA, D66, GroenLinks en ChristenUnie. „De particuliere hulporganisaties bereiken met weinig middelen de kwetsbaarste mensen in de meest afgelegen gebieden”, betoogde CU-Kamerlid Voordewind. „Zij kaarten namens Nederland overal taboedoorbrekende onderwerpen aan”, voegde D66’er Sjoerdsma daaraan toe. „We moeten voorkomen dat de bezuinigingen zorgen voor een kaalslag op dat gebied.”
CDA-Kamerlid Mulder is niet helemaal gerust op de toezegging van Ploumen dat ze een kwart van haar budget via die organisaties blijft besteden. Binnenkort zal ze de Kamer een motie voorleggen waarin het kabinet daartoe expliciet wordt opgeroepen.
Ploumen zei dat ze er ook na volgend jaar naar zal streven om steeds ongeveer 25 procent van het geld beschikbaar te stellen voor de hulporganisaties.
Sjoerdsma wees de minister erop dat zij dankzij economische groei meer te besteden krijgt. Hij vroeg haar het extra beschikbare budget te reserveren voor hulporganisaties. Zover wilde Ploumen nog niet gaan: „Laten we eerst bekijken om hoeveel geld het gaat en kijken naar alle prioriteiten.”
VVD’er Taverne betoogde woensdag dat er nog wel meer kan worden gekort op hulporganisaties. „Er gaat nu nog steeds veel geld naar organisaties waarvan niet altijd duidelijk is wat ze doen.”
Voordewind pleitte er verder voor om 5 miljoen euro vrij te maken voor hulp aan gehandicapten in ontwikkelingslanden.