Opstandelingen veroveren Haïtiaanse stad Hinche
Opstandelingen die zich tegen president Jean Bertrand Aristide op Haïti hebben gekeerd, hebben maandag de stad Hinche veroverd. Dat meldden diverse Haïtiaanse radiostations en inwoners van Hinche.
De opstandelingen aangevoerd door de voormalige para–militaire leider Louis–Jodel Chamblain, die het regime van Raoul Cédras (1991–1994) diende, voerden een aanval uit op het hoofdbureau van de politie. Zeker drie personen, onder wie de regionale politiechef Jonas Maxine en zijn lijfwacht, kwamen om door de aanval van vijftig in militaire uniformen gestoken rebellen.
Agenten trokken zich maandag terug uit de 87.000 inwoners tellende stad, zo’n 130 kilometer ten noordoosten van de hoofdstad Port–au–Prince tegen de grens met de Dominicaanse Republiek die zijn grenzen met Haïti heeft gesloten. De politiemensen hebben stellingen ingenomen 55 kilometer ten zuiden van Hinche.
De opstandelingen zijn vooral leden van een gewapende bende die tot voor kort aan de kant van Aristide stonden en het vuile werk voor hem opknapten. Vorig jaar werd de leider van het zogenoemde ’Kannibalenleger’, Amiot Metayer, vermoord en zijn goedbewapende volgelingen denken dat Aristide daar achter zit. Ze vechten nu tegen ongeveer 5000 politieagenten. Een eigen leger heeft Haïti niet.
De oppositiepartijen hebben zich gedistantieerd van de opstandelingen. De oppositie in Haiti wil dat aan het bewind van Aristide, die wordt beschuldigd van corruptie, verkiezingsfraude en wanbeleid, op vreedzame wijze een einde wordt gemaakt.
Sinds de ongeregeldheden begin februari uitbraken, hebben meer dan vijftig mensen het leven verloren. Verscheidene steden in het noorden van het land zijn in handen van de rebellen die aangevoerd worden door Chamblain en de voormalige politiechef Guy Philippe die eveneens uit ballingschap is teruggekeerd naar Haïti.