Ook dode christenen zijn niet meer veilig in Irak
AMMAN. In Erbil, in Iraaks Koerdistan, voelen ontheemde christenen zich steeds ongemakkelijker. Vorige week ontplofte een autobom bij het Amerikaanse consulaat in de stad. Was getekend: IS.
Meer dan 100.000 Iraakse christenen zochten de afgelopen periode hun toevlucht in Erbil, een belangrijke stad in Iraaks Koerdistan. Ze vestigden zich vooral in de overwegend christelijke wijk Ankawa, waar ze relatief veilig waren. De aanval van IS vrijdag op het Amerikaanse consulaat in Erbil kwam voor hen dan ook als een schok. Ooggetuigen in Ankawa vertelden dat zwarte rookpluimen boven hun wijk hingen. Het veroorzaakte paniek. Zouden ze binnenkort nog verder moeten vluchten?
Terugkeren naar Mosul, waar veel van de christenen vandaan komen, zit er al helemaal niet in. Vlak voor de aanslag verschenen er op jihadistische websites foto’s waarop te zien was hoe IS-militanten het oudste christelijke kerkhof van Mosul met de grond gelijk maakten. Met hamers sloegen ze grafstenen kapot. Kruisen werden weggebeiteld. Iraakse christenen kregen de indruk dat zelfs hun doden niet langer veilig waren voor de IS.
In buurland Syrië is de situatie voor de christenen al niet veel rooskleuriger. In februari ontvoerde IS in zo’n 35 Assyrische dorpen tussen de 250 en de 300 christenen. Islamitische stamhoofden hadden zich opgeworpen als bemiddelaar bij IS, maar het bleef wekenlang stil.
Rond Pasen kwam daar echter verandering in, toen de stamoudsten verklaarden dat de terroristen een christen in ruil voor 100.000 dollar vrij wilden laten. Maar dit betekende dat voor alle christenen een bedrag van bijna 30 miljoen dollar nodig is, wat de families onmogelijk kunnen opbrengen.
In de stad Aleppo leven de overgebleven christenen intussen al ruim twee jaar te midden van oorlog. Op Goede Vrijdag begonnen islamitische milities de christelijke wijken in het westen van de stad te beschieten en sindsdien is het niet meer rustig geweest. De Syrische patriarch Laham smeekte de wereld afgelopen week om het geweld in Aleppo „in naam van de menselijkheid” te stoppen.
De gezamenlijke kerken van Aleppo gaven een verklaring uit waarin ze schreven over „ongekende vernielingen” in de christelijke wijken. „We troffen in onze wijken tientallen doden, gewonden en verminkten aan. Vrouwen, kinderen en ouderen. We luisterden naar het gehuil van de weduwen en wezen en lazen de paniek in hun ogen.” „We zijn uitgeput”, schreven de kerkleiders.