De plus is volledig te danken aan de handel in maart, waarin de omzet met 13 procent steeg. Na januari en februari stond de exportwaarde nog op een achterstand van 3 procent in vergelijking met een jaar geleden. Het eerste kwartaal is het vierde achtereenvolgende kwartaal dat de export van bloemen en planten stijgt.

Vooral bloemen deden het goed in maart, met Engeland, Frankrijk, Zwitserland en Polen als belangrijkste afzetmarkten. De export van bloemen maakt ongeveer 60 procent uit van de totale omzet.

Koel weer in het eerste kwartaal in Noord-West-Europa, het belangrijkste afzetgebied voor Nederlandse exporteurs, beperkte de verkoop van pot- en vooral tuinplanten. Dit weerbeeld stimuleerde wel de bloemenafzet, ook dankzij een vroeger vallende Pasen. De exportwaarde van snijbloemen steeg in maart met 17 procent en tot en met maart met 6 procent tot iets meer dan 1 miljard euro.

Per afzetland zijn de verschillen groter dan in het eerste kwartaal vorig jaar. Toen was er een bijvoorbeeld een omzetdaling van 8 procent tot 160 miljoen euro op Frankrijk en een plus van 18 procent tot 46 miljoen naar Polen. Nu sprong door de zwakke roebel vooral de omzetdaling van 29 procent op Rusland (64 miljoen euro) in het oog en een omzetstijging van 17 procent naar het Verenigd Koninkrijk (263 miljoen).

Procentueel de grootste stijging werd in het eerste kwartaal gerealiseerd met de bloemenexport naar de Verenigde Staten. Bij de snijbloemen kroop Amerika met een totaal van 25 miljoen euro in de top 10 van afzetbestemmingen. De sterke plus werd grotendeels veroorzaakt door de gestegen dollarkoers ten opzichte van de euro.