Voordewind heilig verklaard door Armeense voorman
DEN HAAG. Honderden Armeniërs kwamen zaterdag naar Den Haag om de Armeense genocide van 1915 te herdenken. Turkije kreeg er natuurlijk van langs, maar ook de Nederlandse regering, die duidelijker het woord ”genocide” zou moeten gebruiken.
De Armeniërs die zaterdag de moord op honderdduizenden landgenoten herdachten, namen vooral de woorden „erkenning” en „genocide” in de mond. Maar de Kamerleden die het podium op het Spuiplein beklommen, hadden het vooral over „de kwestie Armenië.” ChristenUnie-Kamerlid Voordewind noemde het „een klap in het gezicht” van de betrokkenen dat de Nederlandse regering haar toevlucht tot deze versluierende woorden neemt. „Het is een schande dat de Nederlandse regering niet ruiterlijk erkent dat het om de Armeense genocide gaat.”
De ChristenUnie maakt zich al langer sterk voor de Armeense eis om erkenning dat honderd jaar geleden 1,5 miljoen landgenoten slachtoffer werden van systematische uitroeiing door het Ottomaanse rijk, waar het huidige Turkije uit voortkwam. De Tweede Kamer nam onlangs nog een motie van Voordewind aan om de Turkse regering te blijven oproepen de toenadering tot Armenië een nieuwe impuls te geven. Turkije wil niets weten van een volkerenmoord. Een delegatie van de Tweede Kamer reist binnenkort naar Armenië en ChristenUnievoorman Slob woont vrijdag de herdenking bij in de Armeense hoofdstad Jerevan.
Voordewinds woorden waren koren op de molen van de kleine 1500 Armeniërs die uit heel Nederland naar Den Haag waren gekomen, volgens de organisatoren de grootste Armeense demonstratie ooit in Nederland gehouden. ”Ik ben een afstammeling van Armeense genocide-overlevers”, luidde de tekst van het pamflet dat veel mensen op hun kleren hadden geplakt. Spandoeken, Armeense vlaggen, soms gruwelijke foto’s van treinwagons vol gedeporteerde Armeniërs en van slachtoffers. Maar ook overal het symbool van het vergeet-mij-nietje. Zaadjes van het bloempje zaten in de honderd ballonnen die halverwege de demonstratie werden opgelaten.
Een hele stoet sprekers en zangers hield de demonstranten zaterdag voor dat erkenning, excuses en compensatie de enige weg zijn om ooit tot verzoening tussen Turken en Armeniërs te komen. SGP-fractievoorzitter Van der Staaij bijvoorbeeld, die er ook geen doekjes om wond dat het woord „kwestie” zeer misplaatst is. „Dit is geen kwestie, dit is genocide. Het zijn geen verstandige diplomatieke woorden, het is gevaarlijke weekhartigheid.”
Van der Staaij viel dan niet de eer te beurt om voor zijn inspanningen heilig verklaard te worden door de Armeense voorman Massis Abrahamian, die de bijeenkomst leidde. Voordewind overkwam het wel, evenals het SP-Kamerlid Van Bommel, die ook sprak op de demonstratie.
Abrahamian was zaterdag de grote gangmaker op de demonstratie. Ook hij riep de Nederlandse regering op om er bij Turkije op te blijven aandringen de genocide te erkennen. Met de demonstranten scandeerde hij onvermoeibaar de leus ”Armeense genocide moet erkend worden”, ook tijdens de optocht van het Spui naar het Malieveld, waar de demonstranten zich verzamelden tegenover de Turkse ambassade. Een gracht en een drukke weg scheidden de Armeniërs van de ambassade, maar het boegeroep en gefluit waartoe Abrahamian zijn toehoorders aanzette, moet er zeker te horen zijn geweest.
De herdenking wordt vanavond voortgezet met een concert in de Haagse Grote Kerk.