Sluitende begroting vaak moeilijk voor kerk
EDE. Er komen steeds minder mensen naar de kerk, die bovendien geneigd zijn steeds minder te geven. „Vanuit het businessmodel moet de kerk een hachelijke onderneming worden genoemd.”
Dat stelde mr. P. A. de Lange zaterdag in Ede in zijn jaarrede voor de Vereniging voor Kerkrentmeesterlijk Beheer (VKB) in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN).
Een verdienmodel of sluitende begroting wordt dan volgens hem steeds moeilijker. Weliswaar beschikt de kerk altijd over een „hemelse schat”, maar deze bevindt zich volgens De Lange in „aarden vaten.”
Hij verwees naar de notitie ”Kerk naar 2025 – een verkenning”, die de generale synode van de Protestantse Kerk in Nederland deze week in Lunteren bespreekt. De Lange zei dat de Vereniging voor Kerkrentmeesterlijk Beheer graag wil meedenken en ideeën aanreiken voor de noodzakelijke bezinning op het kerkbeheer van de toekomst.
Passende vorm
Kerk-zijn kent volgens De Lange zowel een geestelijke als een materiële kant. „De taak van kerkrentmeesters is om een vitale groep gelovigen van een passende vorm van beheer te voorzien. De kerkbeheerders willen zowel de missionaire verkondiging van een hemels Evangelie mogelijk maken, alsmede de concrete dienst der barmhartigheid op deze aarde faciliteren en ondersteunen.”
De Lange vroeg die zich af of de combinatie van kerkdienst en kerkbeheer in één model nog wel gehandhaafd kan blijven. „Als er vanwege de krimp en de vergrijzing geldgebrek ontstaat en het onderhoud van predikanten en dure gebouwen moeilijker wordt, gaat het kerkbeheer zodanig op de kerkelijke gemeente drukken dat de dienst aan de gemeente niet meer wordt versterkt. De kerk moet dan zoeken naar andere organisatievormen.”
Oud-minister van Landbouw dr. C. P. Veerman gaf in zijn lezing met de titel ”Kerk naar vermogen” een analyse van de huidige tijd. Volgens de agrarisch ondernemer, hoogleraar en adviseur van de synode van de Protestantse Kerk kenmerkt de maatschappij zich door een steeds toenemend individualisme. Dat gaat ten koste van de gemeenschapszin. De voortgaande individualisering en een zich terugtrekkende overheid stellen de kerken voor bijzondere opgaven en uitdagingen, waarop volgens hem moet worden ingespeeld.
In zijn tijdsanalyse benoemde dr. Veerman een aantal tendensen, zoals de vertrouwens- en gezagcrises en de noodzaak van steeds verfijndere regelgeving vanwege de toenemende „uitplaatsing van het geweten.”
Ten slotte noemde de oud-minister de globalisering als een bron van instabiliteit en een bedreiging voor het functioneren van de westerse democratieën. „In tijden van monetaire crises en verval beschikt de kerk over een specifiek vermogen. De kerk biedt geen aards paradijs, maar een oriëntatie en zingeving aan ontredderden. De kerk, die zich niet laat opsluiten in deze aardse werkelijkheid, moet zich laten horen om gezien te worden.”
De kerk met een kleine ”k” zou als „gemeenschapscentrum” een toevluchtsoord moeten zijn voor mensen die vanwege de harde randen van de maatschappij bekneld raakten, aldus dr. Veerman.