De opdracht die burgemeester Arno Brok vorig jaar kreeg, was niet eenvoudig. Willem-Alexander had samen met Máxima lang nagedacht over de officiële viering van zijn verjaardag. Hij wilde een andere opzet maar wenste ook het goede te behouden van de voorgaande Koninginnedagen.

„Het moet een feest blijven waarin zoveel mogelijk mensen zich herkennen en de Oranjes moeten aanraakbaar zijn”, vatte Brok het uitgangspunt samen. De koning vond ook dat de gastgemeente de kans moet krijgen zich royaal te presenteren. Een ‘grande parade’ of modern defilé leek Willem-Alexander eveneens leuk, maar het directe contact met het publiek mocht niet ontbreken. Dordrecht kreeg voor het programma de beschikking over twee uur omdat in tegenstelling tot de Koninginnedagen onder Beatrix maar één plaats wordt bezocht.

Brok denkt de gouden formule te hebben gevonden. Het defilé dat voor generaties Nederlanders ruim 30 jaar onlosmakelijk verbonden was met de viering van de verjaardagen van koningin Juliana op paleis Soestdijk, keert terug in de vorm van een ‘maritiem spektakel’. Een botenparade op het drierivierenpunt in Dordrecht, waardoor ook de buurgemeenten kunnen meedelen in het feest, terwijl de Oranjes vanaf de kant toekijken.

De koninklijke familie blijft desondanks goed zichtbaar met een korte boottocht naar de Grote Kerk, waar Bach op de agenda staat, en een ritje met een elektrische bus naar het Scheffersplein, waar Dordtse producten worden getoond. Daar is ook het gebruikelijke ‘bad in de menigte’, dat op het Statenplein wordt afgesloten met een show door de Dordtse jeugd.

De Oranjes komen met een groot gezelschap, inclusief de drie dochters van het koningspaar. Alleen de oudere generatie met prinses Beatrix en prinses Margriet is, zoals eerder aangekondigd, afgezwaaid en ook prinses Mabel doet niet mee.