Dat blijkt uit de beoordeling van de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) die maandag is bekendgemaakt. De resultaten zijn gemiddeld aanzienlijk beter dan tijdens de vorige beoordelingsronde in 2009.

„Er is veel in beweging gezet om de kwaliteit van de pabo’s te versterken. De opleidingen hebben actief gereageerd op de maatschappelijke bezorgdheid over de kwaliteit van de lerarenopleidingen”, zegt Anne Flierman, voorzitter van de NVAO.

De verbeteringen zijn volgens de NVAO zichtbaar op verschillende punten. Het kennisniveau van nieuwe studenten is hoger, de kwaliteit van de leraren neemt toe, docenten gaan professioneler om met het verbeteren van de opleiding en het eindniveau van studenten die de pabo verlaten, ligt hoger. Pabodocenten moeten hun studenten nog wel beter leren onderzoek te doen, vindt de NVAO.

De zeven pabo’s die ”goed” scoren, zijn Fontys Hogescholen, Hanzehogeschool Groningen, Hogeschool Rotterdam, Iselinge Hogeschool, Katholieke Pabo Zwolle, Marnix Academie en Hogeschool De Kempel. De pabo-opleidingen Hogeschool IPABO Amsterdam Alkmaar, LOI Hogeschool en Hogeschool NCOI worden later beoordeeld.

De beoordeling van de pabo-opleidingen maakt deel uit van de totale accreditatieronde van alle Nederlandse lerarenopleidingen. Die beoordelingsronde moet in 2016 klaar zijn.