Bedrijfsovername is meer dan een zak met geld
DEN HAAG. Duizenden bedrijfsovernames mislukken elk jaar omdat ondernemers niet goed zijn voorbereid als ze willen stoppen met werken. MKB-Nederland wil daar met een campagne verandering in brengen.
De komende twee jaar zullen naar schatting 27.000 ondernemers in het mkb stoppen met hun bedrijf en op zoek gaan naar een opvolger. Dat lijkt gemakkelijker dan het is. „Een bedrijf starten is simpel. Je gaat naar de Kamer van Koophandel en je kunt aan de bak. Maar een bedrijf op een goede manier beëindigen, daar komt meer bij kijken”, zegt Paul Overwater van MKB Adviseurs.
Samen met MKB-Nederland heeft MKB Adviseurs daarom deze week de campagne ”Tijdig starten met stoppen” gelanceerd, bedoeld om ondernemers bewust te maken van een goed voorbereide bedrijfsoverdracht. Voornaamste boodschap: wacht niet tot het laatste moment, neem de tijd – zeker een paar jaar.
Voor veel ondernemers ligt dat niet zo voor de hand, weet Overwater. „Die zijn alleen maar bezig met de waan van de dag. Met de klanten, met het personeel, met de omzet, met de winst.” En dan gaat het nogal eens mis, zo blijkt uit onderzoek. Jaarlijks lopen meer dan 10.000 bedrijfsoverdrachten in de soep vanwege onvoldoende voorbereiding. Dat leidt tot een verlies van 50.000 tot 55.000 banen, 2,4 miljard euro aan omzetderving en ongeveer 1 miljard euro aan kapitaalverlies. „Een bedrijfsoverdracht is doorgaans geen simpele sleuteldeal”, stelt Overwater.
Slecht voor de economie, maar zo’n mislukte overdracht heeft ook grote impact op de ondernemer, die soms met lege handen achterblijft. Want voor velen van hen is het bedrijf de oudedagsvoorziening. „De markt verandert. Dat zie je vooral in de detailhandel, waar de crisis hard heeft toegeslagen. Een winkelier die stopt, wil zijn winkelpand verhuren, maar dan blijkt dat er helemaal geen vraag is naar winkelruimte. Dat is dan een heel bittere pil.”
De oorzaken van mislukte bedrijfsovernames zijn nogal divers, maar emoties spelen vaak een belangrijke rol. „Want een overname is meer dan een zak met geld.” Soms zijn die emoties onschuldig. „Ik ken één ondernemer die bij de verkoop van zijn bedrijf bedong dat hij elke week langs mocht komen voor een kopje koffie. Het bedrijf was zijn kindje, waar hij moeilijk afscheid van kon nemen.”
Maar emoties kunnen ook leiden tot mislukking. Een koper wil zo weinig mogelijk betalen voor een bedrijf en zal vooral de tekortkomingen en gebreken benadrukken. „Het hoort bij het spel van onderhandelen, dat moet je jezelf niet aantrekken.” Maar dat gebeurt wel, zo ziet hij te vaak gebeuren. „De ondernemer voelt zich beledigd en vat de kritiek persoonlijk op.” De onderhandelingen kunnen dan snel uit de bocht vliegen, of zelfs helemaal gestaakt worden.
Grote valkuil is ook, zeker in tijden van een economische crisis, dat ondernemers hun bedrijf veel meer waard vinden dan het in werkelijkheid is. De oude vuistregel –een bedrijf moet bij verkoop zoveel keer de jaaromzet opbrengen– gaat volgens Overwater allang niet meer op. „Je kunt wel een omzet draaien van 1 miljoen euro, maar als je kosten te hoog zijn, maak je geen winst.” Overwater had zo’n geval kortgeleden nog bij de hand. „Een man wilde 3,5 ton voor zijn installatiebedrijf. Zijn onderneming was maar 1,5 ton waard, maar hij bleef vasthouden aan die 3,5. Dan houdt het op. Dan zeg ik: Dat ga ik niet voor je doen.”
Vijf tips hoe te stoppen
Neem de tijd. Voor een goede bedrijfsoverdracht staat een voorbereiding van minstens twee jaar.
Vind de balans: afscheid nemen is een emotioneel proces.
Weet hoe het bedrijf ervoor staat: lopen er juridische procedures, zijn er zieke werknemers, langlopende contracten?
Minimaliseer de verpersoonlijking: hoe afhankelijk is het bedrijf van de ondernemer?
Zorg dat het bedrijf verkoopklaar is: geen achterstallig onderhoud aan panden, geen verouderd wagenpark en geen computers van tien jaar geleden.
„Als ik zestig word, kap ik ermee”
Auke de Jong (62) uit Lisse: „Ik had een hoveniersbedrijf in Leiden en een koeriersbedrijf in Nieuw-Vennep. Ik heb altijd gezegd: Als ik zestig jaar word, kap ik ermee. Dat heb ik ook gedaan. Twee jaar geleden heb ik beide bedrijven verkocht. Dat was niet zo moeilijk; als je er zo in staat, val je ook niet in een zwart gat. Op een gegeven moment ben je er klaar mee en moet je een knoop doorhakken. Ik ben wel tijdig met de voorbereidingen begonnen, zeker twee jaar ervóór. Het geld dat de verkoop opleverde, is onze oudedagsvoorziening en we kunnen er goed van leven. Mij hoor je niet klagen.”
„Wel slapeloze nachten gehad”
Joke Staalenhoef (65) uit Amsterdam: „We hebben veertig jaar ons eigen bedrijf gehad. Eerst keken we of een van onze mensen het wilde en kon overnemen, maar dat lukte niet. Dan moet je de buitenwereld in, en dat was toch wel een hele stap. Je moet de zaak draaiende houden, maar zo’n verkoop kost heel veel tijd en energie. Dat is niet iets wat je met droge ogen doet. Daar heb ik wel slapeloze nachten van gehad. We voelden ons ook heel verantwoordelijk voor het personeel. De verkoop leverde niet op wat we hadden gehoopt. We zijn tevreden, maar de kers op de taart werd wel een kersje.”