Met windmolens hou je het hoofd niet boven water
Met het huidige energiebeleid kijkt de regering te veel naar de korte termijn, vinden Elbert Dijkgraaf en Hans Maljaars.
De Nederlandse energievoorziening draait voor 95 procent op fossiele brandstoffen en kernenergie. Dat moet anders, vindt de SGP. Allereerst: zet in op energiebesparing. Energie die je bespaart, hoef je ook niet op te wekken. Dat is ook in lijn met het beleidsadvies van de Algemene Rekenkamer, die gistermiddag een uiterst kritisch rapport publiceerde over duurzame energieproductie.
De regering trekt daar echter nauwelijks geld voor uit. De achterliggende gedachte is dat veel energiebesparende maatregelen zich binnen afzienbare termijn terugverdienen. Dat klopt, maar hoge investeringsdrempels schrikken burgers en bedrijven nog vaak af. De regering kan en moet meer doen om deze investeringsdrempels te slechten. Ook moet de industrie geprikkeld worden om restwarmte beter te benutten.
Het is verder noodzakelijk om minder afhankelijk te worden van de import van fossiele brandstoffen. Drie overwegingen daarbij.
Gas komt uit Rusland (zelfs Nederland importeert voor zo’n miljard euro aan Russisch gas) en olie komt uit het Midden-Oosten. Dat zijn niet bepaald de stabiele regio’s. En Poetin en de oliesjeiks zijn nou niet de meest betrouwbare handelspartners…
Bovendien is de verwachting dat op lange termijn de brandstofprijzen zullen stijgen. Voor een groot deel koken we ons eten en verwarmen we onze huizen met Gronings gas. Maar die gasbel raakt op. Wanneer door aardbevingsrisico’s en het opraken van de gasbel de kraan verder dichtgedraaid moet worden, zal de energie ergens anders vandaan moeten komen. Bij voorkeur uit regio’s en van leveranciers die te vertrouwen zijn.
Als derde telt het effect van fossiele energie op onze leefomgeving. Verbranding van fossiele brandstoffen levert een uitstoot van koolstofdioxide, volgens wetenschappers slecht voor het milieu en onze gezondheid. De discussie tussen klimaatsceptici en -alarmisten laten we even links liggen. Voorzorg en rentmeesterschap vereisen een stevige inzet op de vermindering van het gebruik van fossiele brandstoffen. Al was het alleen maar uit het oogpunt van eerlijke verdeling. De rijke landen hebben het grootste deel van de fossiele brandstoffen geconsumeerd. Het is niet meer dan fair om die ruimte nu te geven aan ontwikkelende landen.
Kortzichtig
De regering geeft aan het opschalen van duurzame energieproductie op korte termijn de hoogste prioriteit. Voor nieuwe windmolenparken op zee wordt maar liefst 9 tot 18 miljard euro uitgetrokken. Volgens het rekenkamerrapport van gisteren is er zelfs veel méér nodig als het kabinet zijn productiedoel voor 2020 wil halen. Dit budget staat in schril contrast met het budget voor energie-innovatie (130 miljoen euro per jaar) en energiebesparing (eenmalig 600 miljoen voor energiebesparingsfonds).
De SGP vindt deze prioriteitstelling kortzichtig. De regering kijkt te veel naar de korte termijn en leunt te zwaar op windmolenparken. Het is waar: zonder windmolenparken komt duurzame energieproductie niet van de grond. Je moet ergens beginnen. Maar we moeten ons wel realiseren dat de productiesubsidies een windmolenpark vijftien tot twintig jaar onderhouden. Daarna houdt het op. Bovendien vergen de schommelingen in het stroomaanbod veel van de stroomvoorziening. Windmolens kunnen immers niet elke dag draaien. Dat kost geld.
Met de Europese handel in emissierechten is het voor landen en bedrijven mogelijk om het recht om bepaalde broeikasgassen of andere schadelijke gassen te verhandelen. Energiebedrijven kunnen zo uitgespaarde CO2-uitstoot verkopen aan bedrijven die meer CO2 willen uitstoten. De uiteindelijke CO2-winst van windmolenparken is dus veel lager dan voorgespiegeld wordt.
Innovatie
De SGP kijkt daarom graag verder. Ook de Algemene Rekenkamer pleitte daar gisteren voor: houd er rekening mee dat Nederland na 2023 nog een lange weg te gaan heeft. Gooi deze glazen niet door kortzichtig beleid in.
Er is meer mogelijk dan alleen maar windmolens bouwen. Recent bezocht een afvaardiging van de SGP een geothermieproject. Er kan meer gebruik worden gemaakt van aardwarmte dan nu gebeurt. De regering zou bijvoorbeeld met een betere garantieregeling moeten komen. Bedrijven deinzen terug voor storingsrisico’s. Ook deze risico’s zouden door de huidige garantieregeling gedekt moeten worden.
Een duurzame energievoorziening is van belang voor onze kinderen en kleinkinderen. We hebben technologische doorbraken nodig. Met alleen windmolens en zonnepanelen komen we er niet. Dat vraagt om meer innovatie. Onderzoekers van de Universiteit Utrecht hebben bijvoorbeeld een methode bedacht waardoor op een veel effectievere manier stroom uit de spanning tussen zoet en zout water gehaald kan worden. Een energiebron met groot potentieel in onze delta komt zo binnen handbereik.
De SGP wil daarom meer inzet op energiebesparing, innovatie en alternatieve technieken. Dit betekent op korte termijn weliswaar minder duurzame energieproductie en minder windmolenparken dan het kabinet wil. Maar op langere termijn zorgt het juist voor méér duurzame energieproductie, voor minder geld en met meer kansen voor de export.
Elbert Dijkgraaf is Tweede Kamerlid voor de SGP. Hans Maljaars is beleidsmedewerker energiebeleid van de SGP-fractie.