Advocaten verontrust na brief over MIVD
DEN HAAG (ANP). De Nederlandse Orde van Advocaten wil met minister Jeanine Hennis (Defensie) in gesprek over het afluisteren van advocaten door de militaire geheime dienst MIVD. Aanleiding is een brief van Hennis waarin staat dat „bijzondere bevoegdheden” kunnen worden ingezet tegen een advocaat als dat nodig is om zicht te krijgen op een ‘target’ van de MIVD.
De brief is verstuurd aan advocaat Sébas Diekstra. Hij wilde weten in welke situaties en onder welke voorwaarden Hennis het tappen van vertrouwelijke gesprekken tussen advocaten en hun cliënten toelaatbaar zou vinden.
Volgens de Nederlandse Orde van Advocaten blijkt uit de brief niet of de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst MIVD terughoudend is met het afluisteren van advocaten. In de brief staan wel enkele beperkende criteria. Zo geldt de toestemming voor het afluisteren van een advocaat één maand in plaats van de gebruikelijke drie maanden.
Maar dat zegt volgens de Nederlandse Orde van Advocaten niets over de gronden waarop advocaten kunnen worden afgeluisterd. „Het komt erop neer dat het systeem zichzelf toetst, zonder dat duidelijk en transparant is wat het toetsingskader is”, aldus een woordvoerder.
„Als advocaten worden afgeluisterd, betekent dat ook een schending van hun geheimhoudingsplicht”, aldus de Orde. De beroepsvereniging wil dat een onafhankelijke rechter vooraf bepaalt of de geheime diensten hun bijzondere bevoegdheden mogen inzetten tegen advocaten.
In de brief staat ook dat informatie die de MIVD bij een advocaat heeft verkregen doorgaans niet worden gemeld aan het Openbaar Ministerie, maar dat hier wel degelijk uitzonderingen op mogelijk zijn.
Volgens de Orde betekent dat een schending van het recht op een eerlijk proces. „Je moet je als burger kunnen verweren tegen de overheid die vergaande bevoegdheden heeft, daarvoor is van belang dat je je tot een advocaat kan wenden zonder dat je bang hoeft te zijn dat diezelfde overheid meeluistert.”
Het ministerie van Defensie laat weten dat het „schriftelijk uitgebreid is ingegaan” op de vragen van Diekstra. „Als de Orde in gesprek wil, kan ze zich tot ons wenden voor verder overleg. Dat doen we niet via de media.”