Overval op klaarlichte dag in Irak: 25 doden
Iraakse verzetsstrijders hebben zaterdag op klaarlichte dag een politiebureau in Fallujah overvallen, negentien agenten en twee burgers doodgeschoten en tientallen arrestanten die op het bureau vastzaten bevrijd. Zelf verloren zij vier man. Zevenendertig politieagenten en twee aanvallers raakten gewond. De gewonde aanvallers zijn in hechtenis genomen, de anderen zijn ontkomen.
Voorafgaand aan de bestorming hadden de aanvallers in de omgeving controleposten ingesteld en de weg naar het politiebureau afgezet. Niemand van de omwonenden had de politie daarvan in kennis gesteld, zei onderminister van Binnenlandse Zaken Ahmed Kadhum Ibrahim. Een winkelier in de ten westen van Bagdad gelegen stad zei dat winkeliers in de buurt van het politiebureau het dringende advies hadden gekregen hun zaak zaterdag dicht te houden.
De brutale, goed georganiseerde aanval was het sluitstuk van een bloedige week waarin zelfmoordaanslagen op een politiebureau in Iskandariyah en een aanmeldcentrum van het Iraakse leger in Bagdad zo’n honderd levens eisten.
De politieagenten in Fallujah beklaagden zich erover dat zij het met eenvoudige handwapens moesten opnemen tegen aanvallers die beschikten over machinegeweren, handgranaten en raketgranaten. Een gewonde agent zei de aanvallers een vreemde taal te hebben horen spreken, volgens hem Farsi. Er gingen geruchten dat de Badr Brigade, een sjiitische moslimmilitie die banden heeft met Iran, achter de aanval zat. In Iran wordt Farsi gesproken. Bij het ziekenhuis van Fallujah sloeg een groep bewoners twee mannen in elkaar die zij ervan beschuldigden tot de Badr Brigades te behoren. Maar een Amerikaanse legerwoordvoerder in Bagdad zei dat de aanval het werk leek te zijn van voormalige soldaten van het Iraakse leger. „Dit was een complexe, goed gecoördineerde aanval. Dit is niet de tactiek die al-Qaida zou gebruiken. Dit is een militaire tactiek”, aldus de woordvoerder.
Amerikaanse militairen hebben de politiecommissaris van Fallujah gearresteerd omdat hij zonder toestemming zijn functie zou hebben neergelegd. Uit kringen rond de veiligheidsdiensten is zondag vernomen dat de politiechef vrijdag, een dag voor de bloedige aanval op het politiebureau in Fallujah, zijn post verliet.
Ooggetuigen zeiden dat ongeveer 25 aanvallers, van wie sommigen maskers droegen, het politiebureau bestormden, terwijl ongeveer 20 andere een nabijgelegen kazerne van het Iraakse leger onder vuur namen om te voorkomen dat de soldaten de politie te hulp zouden komen. De aanvallers schoten bewakers van de cellen in het bureau neer en schoten de sloten van de cellen kapot. Zevenentachtig gevangenen ontkwamen. In andere ruimtes van het bureau werden granaten gegooid.
Bij de beschieting van de kazerne vielen geen slachtoffers. In tegenstelling tot het politiebureau is dit gebouw beveiligd met betonnen muren en zandzakken. Dezelfde kazerne was twee dagen eerder met raketgranaten onder vuur genomen door op daken geposteerde aanvallers toen de commandant van de Amerikaanse strijdkrachten in het Midden-Oosten, John Abizaid, er op bezoek was. Abizaid bleef ongedeerd.
Een Iraakse legerofficier opperde de mogelijkheid dat de aanval is ondernomen om twee Koeweiters en een Libanees te bevrijden die eerder in de week waren aangehouden op verdenking van steun aan het verzet. Of zij bij de actie zijn bevrijd, kon hij nog niet zeggen. De politie zei dat twee van de gedode aanvallers een Libanees paspoort hadden.
De Iraakse politie heeft zondag Mohammed Zimam Abdul Razaq, een regionale leider van de Ba’ath-partij, opgepakt. Hij was de nummer 41 op de Amerikaanse lijst van de 55 meest gezochte vertegenwoordigers van het verdreven regime. De arrestatie werd verricht onder Amerikaanse supervisie, zei minister van Binnenlandse Zaken Ahmed Kadhum Ibrahim.
Razaq, partijleider in de noordelijke provincies Nineveh en Tamim, waar Kirkuk ligt, werd aangehouden in een van zijn woningen in een buitenwijk van Bagdad. Hij verzette zich niet tegen zijn arrestatie, zei Ibrahim, die Razaq aan de pers toonde.
Het internationale Rode Kruis heeft toestemming gekregen om Saddam Hussein, de gedetineerde ex-president van Irak, te bezoeken. Dat heeft de baas van de hulporganisatie, Jakob Kellenberger, zaterdag gezegd in de Zwitserse krant La Tribune de Genève. Het internationale Rode Kruis heeft zijn hoofdkwartier in Genève.
Volgens Kellenberger is nog niet bekend wanneer zijn medewerkers Hussein kunnen bezoeken. Het Rode Kruis heeft de Amerikanen al verscheidene malen gevraagd de gevallen Iraakse dictator te kunnen zien. Kellenberger heeft over de kwestie gesproken met de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Colin Powell.
Het is overigens niet bekend waar Saddam Hussein gevangen zit. Naar verluidt zit hij vast in een complex nabij de Iraakse hoofdstad Bagdad.