Was de neanderthaler een kannibaal?
MADRID. Waren de neanderthalers kannibalen? Antropologen steggelen daar al tientallen jaren over. Een onderzoek van de Complutense University van Madrid en de universiteit van Bordeaux doet een hernieuwde poging om daarover helderheid te verschaffen.
Bij opgravingen bij de Franse plaats Marillac-Le-Franc zijn tussen 1967 en 1980 grote aantallen rendierbotten opgegraven. Tot hun verrassing troffen wetenschappers ertussen ook fossiele botten aan van drie neanderthalers, twee volwassenen en een kind. Evenals neanderthalerbotten uit andere vindplaatsen waren ook deze gebroken en waren ze bewerkt met snijwerktuigen. Dat meldde nieuwssite ScienceDaily dinsdag naar aanleiding van een onlangs gepubliceerd verslag in het wetenschappelijk tijdschrift American Journal of Physical Antrophology.
Snijspoor
Het dijbeen van het kind, dat naar schatting op negen- of tienjarige leeftijd stierf, vertoont twee grote insnijdingen pal naast elkaar. „Bijtsporen van dierlijke oorsprong ontbreken”, constateerde Maria Dolores Garralda, onderzoeksleider en hoogleraar aan de Complutense University in Madrid. Het bot is kennelijk met opzet door de helft gebroken kort nadat het kind was overleden. De botten van beide volwassenen vertonen vergelijkbare snijsporen.
Het is bekend dat neanderthalergroepen lichamen van overledenen kort na hun dood met een scherp voorwerp in stukken sneden. Een eenduidige verklaring heeft het onderzoeksteam er niet voor: gebeurde dit om ze op te eten of was er sprake van bijzondere begrafenisceremonies zoals die ook nu nog elders in de wereld plaatshebben? De snijsporen kunnen dan zijn ontstaan tijdens het verwijderen van het vlees van de botten ter voorbereiding op een begrafenis. Garralda is voorzichtig om er het etiket kannibalisme op te plakken, omdat de botten werden aangetroffen tussen talloze rendierbotten; gebrek aan voedsel hadden de neanderthalers kennelijk niet.
Indiaan
Ook eerdere onderzoeken leverden geen duidelijke aanwijzingen voor de ene dan wel de andere visie. De Amerikaanse paleoantropoloog Erik Trinkaus trof neanderthalerbotten met snijsporen aan, die overduidelijk begraven waren.
Mary Russell, hoogleraar aan de Case Western Reserve University in Cleveland (VS), vergeleek in 1987 de inkervingen op de fossiele overblijfselen van 22 neanderthalers met de sporen op dieren die door neanderthalers waren geslacht. De snijsporen verschillen zo veel van elkaar dat Russell kannibalisme uitsloot. Ze ontdekte ook dat de inkervingen op de neanderthalerbotten veel overeenkomsten vertoonden met sporen op indianenbotten.
Andere onderzoekers spreken haar bevindingen tegen en menen dat er wel degelijk sprake is geweest van kannibalisme. De Franse archeoloog Alban Defleur publiceerde in 1999 zijn onderzoek aan botten uit de grot Moula-Guercy aan de oever van de Rhône in het wetenschappelijke tijdschift Science. „Zowel de mensen- als de dierenbotten vertonen er sporen van sneden en slagen zoals die ontstaan bij doelbewuste doding, ontvlezing en bottenvernieling om bij het merg te komen.” Defleur meende hiermee het eerste ondubbelzinnige bewijs te pakken te hebben van kannibalisme door neanderthalers.