Koenders: Inzet voor godsdienstvrijheid nog steeds hard nodig
DEN HAAG. Het kabinet is bezorgd over de situatie van religieuze minderheden wereldwijd. Inzet voor godsdienstvrijheid is nog steeds hard nodig. Dat is dan ook een prioriteit in het mensenrechtenbeleid van het kabinet, maar ook binnen de EU en de VN.
Dat heeft minister Koenders (Buitenlandse Zaken) woensdag geschreven in een brief aan de Kamer in reactie op de vorig jaar verschenen SGP-notitie ”Een ongemakkelijke waarheid” over geloofsvervolging.
Nederland zet zich op diverse manieren in voor geloofsvervolgden, schetst Koenders. Ons land is sinds kort lid van de VN-Mensenrechtenraad. Dat biedt volgens de minster „extra mogelijkheden.”
Koenders bekijkt binnenkort opnieuw hoe hij in een select aantal landen –waaronder Nigeria, Pakistan en Noord-Korea– extra aandacht kan blijven geven aan godsdienstvrijheid.
De SGP had Koenders aanbevolen om in de strijd tegen geloofsvervolging meer in te zetten op contacten met het maatschappelijk middenveld, zoals advocaten en geloofsgemeenschappen, in landen waar geloofsvervolging plaatsvindt. De minister wil die contacten „bevorderen.”
SGP-leider Van der Staaij is blij met Koenders’ reactie op de SGP-notitie. „De minister onderstreept dat opkomen voor geloofsvrijheid een speerpunt is. Geloofsvervolgden verdienen alle steun.”