Meditatie: Kom
Jesaja 1:18
„Komt dan en laat ons tezamen rechten, zegt de Heere; al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw; al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol.”
De Heere spreekt tot een koppig en opstandig volk dat, op grond van uitwendige dingen, van zichzelf dacht ver gevorderd te zijn in de godsdienst. Maar de Heere, Die het welzijn van Zijn volk bedoelt, besluit om dat volk tot Zich te trekken, of anders hun bekend te maken dat zij niet te verontschuldigen zijn.
Toen de Heere zag dat zij enige reformatie door uitwendige ceremoniën in hun leven hadden ingevoerd, sprak Hij tot hen dat dat niets dan leugens waren. Omdat zij vertrouwden op hun uitwendige dienst, kon het in de hemel geen goedkeuring ontvangen, daar hun werk ongenoegzaam en onoprecht was. Daarom noemt Hij zowel hun wandel als hun godsdienst een leugen.
Nadat Hij hen hiervan overtuigd heeft, stelt Hij hun de ware en levende Weg voor. Zij moeten Christus aannemen als hun Profeet, Priester en Koning, met Zijn gerechtigheid en heiligheid. Hij maakt hun bekend dat, hoewel God en zij eerst vreemdelingen voor elkaar waren, zij in Christus tot een nauwe gemeenschap met Hem konden worden toegelaten. „Komt dan en laat ons tezamen rechten”, zegt de Heere; „al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw…”
Wat u ook mag inbrengen tegen uw welzijn, Ik zal het beantwoorden als u eenmaal wilt komen en gebruik wilt maken van deze rechtszaak. Kom, en Ik zal uw zonden wegnemen.
William Guthrie, predikant te Fenwick
(”In tijden van vervolging”, 1779)