Buitenland

„We hebben geen geld, wel grote dromen”

Kinderstemmen die de koran lezen klinken door de nauwe straatjes van een van de woonwijken van Mogadishu waar achter hoge witte muren en donkere houten deuren drie tot vier generaties Somaliërs in kleine huisjes bij elkaar wonen

Chris Tomlinson (AP)
13 February 2004 23:06Gewijzigd op 14 November 2020 00:58

Onder een mangoboom in een gemeenschappelijke geitenkraal leren kinderen lezen en schrijven. Een paar meter verder leest een clanleider met de oudere kinderen de koran in een oude opslagruimte.

Somalische ouders leggen botje bij botje om de leraren van de provisorische scholen te betalen. Welvarender families sturen hun kinderen naar officiëlere scholen of nemen privé-leraren in dienst.

Hoewel Somalië sinds 1991 geen regering meer heeft en na een periode van chaos in een politieke impasse verkeert, zijn ouders, leraren en hulporganisaties erin geslaagd een particulier onderwijssysteem op poten te zetten dat loopt van peuteropvang tot een medische faculteit. Sommige scholen ontvangen steun uit het buitenland, maar de meeste zijn opgezet door de Somaliërs zelf. Vaak zijn de initiatiefnemers moslimgeestelijken die bang zijn dat de gematigde vorm van de islam die in Somalië wordt gepraktiseerd, verloren gaat.

„Wij nemen van niemand iets aan. We runnen onze eigen scholen, zegt Mohammed Issa Mohammed, een clanoudste die achttien koranscholen beheert. Er hebben zich wel Arabische donoren aangediend, zegt hij, maar die wilden de scholen volproppen met extremistische ideeën. Hij wil dat ze onafhankelijk blijven. Als er geen voorwaarden worden gesteld zou hij eventuele hulp overwegen, zegt hij.

Omdat de meeste Somaliërs straatarm zijn en niets aan onderwijs kunnen uitgeven, omvat het ontluikende schoolsysteem lang niet alle Somalische kinderen. Volgens een recent onderzoek van het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties en de Wereldbank komt het onderwijs ten goede aan slechts 16,9 procent van de kinderen in de lagereschoolleeftijd. „Er zijn een heleboel scholen, maar het probleem is dat de mensen het schoolgeld niet kunnen betalen”, zegt Ali Ahmed Farah, hoofd van de Jabuti-school, die is opgericht door de internationale hulporganisatie Concern Worldwide. Zijn school heeft ruimte over, zegt Farah, maar geen geld om extra leraren aan te trekken.

De meeste kinderen zitten thuis of schuimen leegstaande gebouwen en vuilnishopen af op etensresten en bruikbare spullen. „Kinderen in Somalië studeren of schooien”, zegt Abdulrachman Abdullahi, bestuursvoorzitter van de Universiteit van Mogadishu. Abdullahi, een voormalige militaire officier, vluchtte in 1987 voor de dictatuur van Mohammed Siad Barre naar de VS. Zeven jaar geleden keerde hij naar Somalië terug om weer een universiteit op poten te zetten.

Die telt nu 6000 studenten, verdeeld over negen onderwijssectoren, waaronder techniek, verpleegkunde, landbouw en computerkunde. Er komen regelmatig Somalische gastdocenten van de universiteit van Ohio over en er wordt gestreefd naar nog grotere samenwerking tussen de onderwijsinstellingen. „We proberen de Somaliërs ervan te doordringen dat onderwijs een basisproduct is, net als rijst en olie”, zegt Abdullahi. Hij legt uit dat de universiteit in principe draait op het collegegeld dat de studenten binnenbrengen en dat boeken en apparatuur worden betaald uit giften.

Toen hij in 1997 begon, werd Abdullah nog voor gek verklaard, maar inmiddels zijn er ook andere universiteiten geopend om te voldoen aan de grote vraag. Afgelopen jaar heropenden Somalische artsen en voormalige professoren de medische faculteit van de Banadir-universiteit. De eerste lichting bestaat uit 22 studenten, van wie de helft vrouwen, wat bijzonder mag worden genoemd voor een islamitisch land. De studie duurt zes jaar. De opleiding was dringend nodig, zegt directeur Salad Farah Gutaleh, omdat bijna alle Somalische artsen het land uit zijn gevlucht. „Toen de regering ten val kwam waren er 960 artsen in Somalië en nu nog maar 250, van wie 120 in Mogadishu”, zegt hij. „Tijdens de burgeroorlog zijn 26 artsen om het leven gebracht en dat heeft de gevluchte artsen ervan weerhouden terug te komen.”

Op 25 december opende de Sudanese al-Neeylain-universiteit een dependence in Somalië. Aan de moederuniversiteit in Khartoem studeren al 4000 Somaliërs en het is de bedoeling dat de door de Sudanese overheid gefinancierde universiteit in Mogadishu nog eens duizenden studenten gaat bedienen, zegt de Sudanese ambassadeur in Somalië, Tarikh Ahmed.

De Universiteit van Mogadishu heeft in de paar jaar dat zij draait een flinke voorsprong genomen en is ten noorden van Mogadishu een nieuwe campus aan het bouwen. Mocht er een vredesovereenkomst worden bereikt en een regering gevormd, dan zullen de scholieren en studenten snel en enthousiast toestromen, daar is iedereen die bij het onderwijs in Somalië betrokken is het over eens. „We hebben geen geld, maar we hebben grote dromen”, zegt Abdullahi.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer