„Nederlandse scholier wil niet leren”
UTRECHT (ANP). Nederlandse leerlingen hebben niet zo veel zin om de schoolboeken in te duiken. Ze zijn lastig te motiveren, zeker in vergelijking met andere landen. Relatief weinig leerlingen presteren overigens onder niveau, maar er zijn nauwelijks leerlingen die erbovenuit steken. Dat staat in het woensdag gepubliceerde Onderwijsverslag 2013/2014 van de Inspectie van het Onderwijs.
Gebrek aan motivatie wordt in het hele onderwijsveld als knelpunt gezien, zowel door leraren als leerlingen. Veel docenten geven aan dat ze het moeilijk vinden om hun klas te motiveren, zeker als die klas vol zit met ongeïnteresseerde pubers. Vier op de tien docenten in de onderbouw van de middelbare school vinden zichzelf onvoldoende in staat om ongemotiveerde leerlingen enthousiast te maken voor de lesstof.
De grootte van de klas kan ook een negatief effect hebben op de betrokkenheid van de scholieren en leerlingen, zeker als er meer dan dertig jongeren in de klas zitten.
Het aantal leerlingen dat blijft zitten op de basisschool of de middelbare school is de laatste jaren gedaald, het aantal studenten dat op de mbo of het hoger onderwijs hun diploma haalt, is gestegen. Maar daar staat tegenover dat het onderwijssysteem minder flexibel lijkt te worden voor leerlingen en studenten. Als zij willen overgaan van schoolsoort naar schoolsoort, bijvoorbeeld van het vmbo naar de havo, komen ze steeds meer vormen van selectie tegen. De overstap wordt daardoor lastiger.
Minister Jet Bussemaker en staatssecretaris Sander Dekker van Onderwijs vinden dat de inspectie deze signalen van selectie serieus moet nemen en goed moet letten op negatieve effecten hiervan. „Het onderwijs moet wel toegankelijk blijven voor iedereen, ook voor leerlingen die pas later tot bloei komen en willen overstappen of stapelen.”