Onvoltooide dogmatiek Olof de Vries gepubliceerd
APELDOORN. Een jaar na zijn overlijden is de onvoltooide dogmatiek van de baptistentheoloog prof. dr. Olof H. de Vries (1941-2014) gepubliceerd. Het werk gaat vooral in op de verhouding van God en (heils)geschiedenis, tijd en eeuwigheid.
Het baptistenseminarium organiseerde gisteren in Apeldoorn een bijeenkomst over het leven en het werk van prof. De Vries. Namens het seminarium was De Vries van 1991 tot 2009 actief als bijzonder hoogleraar geschiedenis en leerstellingen van het baptisme aan de Universiteit Utrecht. De bijeenkomst –precies een jaar na zijn overlijden– stond in het teken van de presentatie van zijn theologisch werk ”Alles is geschiedenis. Bouwstenen voor een baptistische geloofsvisie uit de dogmatiek van Olof H. de Vries” (uitgeverij Kok, Utrecht), onder redactie van Henk Bakker Jelle Horjus, Jos Jumelet, Teun van der Leer en Anne de Vries.
Olof de Vries heeft zijn dogmatiek niet kunnen afronden vanwege zijn vroegtijdig overlijden vorig jaar. De vier hoofdstukken die klaar zijn, behandelen de kennisleer en de Godskennis, de samenhang van geschiedenis, eeuwigheid en openbaring, en ten slotte de betekenis van de schepping voor de heilsgeschiedenis. ”Alles is geschiedenis” wil zeggen dat christelijk geloof zich in de geschiedenis afspeelt, zich op de geschiedenis richt, en geen ontsnappingsroute biedt aan het gewone leven, aldus de inleiders.
De Vries’ wijsgerig kader behelst dat de wereld één is, geschapen door de ene God, maar tegelijkertijd verschillende lagen of dimensies bevat, zoals een biologische, een ethische en een religieuze. Er ontstaat volgens De Vries spraakverwarring wanneer er geloofsuitspraken gedaan worden met een natuurwetenschappelijke status. Hij behandelt in dit kader kwesties zoals schepping en evolutie, het gezag van de Schrift en van de traditie en het bestaan van wonderen.
Dogmatiek biedt inzicht en verduidelijking van geloof, geen rationele verklaring, aldus De Vries. De aanwezigheid van levend geloof is voorwaarde voor dogmatiek. Als er geen levend geloof is, wordt dogmatiek een dode leer. Helaas is volgens De Vries in de loop der kerkgeschiedenis van gelovigen gevraagd om in een bepaalde dogmatiek te geloven. „Wie dat deed was een ware gelovige, wie het niet deed werd gebrandmerkt als een afvallige ketter.”
De gevleugelde uitdrukking ”God is altijd groter” krijgt bij De Vries alle gewicht. God, Die eeuwig en vrij en alomtegenwoordig is, laat Zich kennen vanuit Zijn werken, dat wil zeggen vanuit de schepping en de geschiedenis. Openbaring kan echter niet buiten het interpreterend kennen van de mens.
Omwille van de grootheid van God moet de kerk vaak orthodox zijn, maar op zijn tijd moet ze ook ketters durven zijn, aldus De Vries. De kerk heeft vanaf haar begin de ketterij nodig gehad om haar theologisch inzicht te doen groeien. Soms kan de ketterij niet door de beugel, zoals de dualistische wereldbeschouwing van de gnostici, maar vaak brengen ketters „evangelische waarheden boven tafel die in kerkelijke en theologische controversen het onderspit delfden.”
Waarheidsclaims zijn in historische zin wel te maken als het om feiten gaat, maar het wordt lastig in het geval van betekenisgeving, zo betoogt De Vries. Scheppingsgeloof en evolutietheorie doen verschillende uitspraken over dezelfde werkelijkheid. De evolutietheorie biedt een wetenschappelijke verklaring van de fysieke werkelijkheid waarin we leven. Het scheppingsgeloof is geen verklaring, maar een gelovige interpretatie van die fysieke werkelijkheid. Geloof moet geloof blijven en is niet een wetenschappelijke hypothese. De Vries: „Ik geloof in God, de Schepper van al wat is. En tegelijk ben ik van mening dat de evolutietheorie een wetenschappelijke theorie is die een goede verklaring levert hoe het heelal en de aarde tot stand gekomen zijn.”
De lijn van de geschiedenis, hoe verbrokkeld ook, gaat naar het doel dat God gesteld heeft. De schepping zal tot voltooiing komen. Er verloopt tijd tussen de opstanding van Jezus en de opstanding van alle mensen. „Dit schept een nieuwe periode, een interimperiode in de geschiedenis. Dat is de tijd van de gemeente. Het is de tijd van de zendingsgeschiedenis.”
Lees ook in Digibron:
Emeritus hoogleraar baptisme Olof H. de Vries overleden (RD.nl, 16-04-2014)
“Mijn keus rust ten diepste in God” – interview met dr. O. H. de Vries (Reformatorisch Dagblad, 13-09-1997)
Kerk en opwekking horen bij elkaar als stem en tegenstem : Dr. O. H. de Vries bijzonder hoogleraar baptisten (Reformatorisch Dagblad, 17-03-1994)
De Vries rector van seminarium voor baptisten (Reformatorisch Dagblad, 17-11-1986)
Promotie van drs. O. H. de Vries: Zoektocht naar de eigen identiteit van Dopersen (Reformatorisch Dagblad, 01-10-1982)
Baptisten benoemen tweede docent – benoeming O. H. de Vries (Reformatorisch Dagblad, 22-10-1979)