Het drietal werd op 2 juli 1943 door de Duitse bezetter doodgeschoten op de Waalsdorpervlakte bij Den Haag. Als extra straf voor hun familie werden zij op een onbekende plaats in de duinen begraven. Na de oorlog werden deze graven teruggevonden, maar de slachtoffers konden niet meer worden geïdentificeerd. De identificaties kwamen tot stand na uitgebreid historisch onderzoek en DNA-verwantschapsonderzoek

De Werkgroep Vermiste Personen Tweede Wereldoorlog is een samenwerkingsverband van specialisten van politie, ministerie van Defensie en het Rode Kruis, dat tot doel heeft vermissingen uit de oorlogsjaren op te lossen.

Verzetsmannen Janse (31) en Walet (28) namen in 1942 uit naam van de illegale CPN deel aan drie bomaanslagen in Amsterdam. Ze werden gearresteerd en in mei 1943 door het Duitse Hooggerechtshof ter dood veroordeeld. De joodse Pachter (30) werd in januari 1943 aangehouden op het Centraal Station in Amsterdam, in het bezit van een geladen pistool en kreeg dezelfde straf als Janse en Walet.

De identificatie van Janse en Walet kwam tot stand dankzij de overeenkomsten met het DNA van hun nabestaanden. Pachter had geen familieleden die konden meewerken aan een DNA-onderzoek, maar aan de hand van historisch onderzoek was toch met zekerheid vast te stellen welke stoffelijke resten aan hem toebehoren.