Buitenland

IS verwoest Assyrische stad Nimrud

BAGDAD (AP). De soennitische extremisten van de groep Islamitische Staat hebben hun beeldenstorm in Irak voortgezet met de verwoesting van delen van de oude Assyrische stad Nimrud.

13 April 2015 07:26Gewijzigd op 15 November 2020 18:07

In een zeven minuten durende video die zaterdagavond werd verspreid, is te zien hoe bebaarde extremisten met mokers, pneumatische hamers en zagen grote albasten reliëfbeelden van Assyrische vorsten en goden te lijf gaan. Een bulldozer haalt muren omver en vaten worden gevuld met explosieven, waarmee later drie verschillende delen van de archeologische vindplaats worden opgeblazen.

„Allah heeft ons in de Islamitische Staat de eer gegund om al deze idolen en beelden te verwijderen die in plaats van Allah werden vereerd”, zegt een van de militanten in de video. Een ander zweert dat ‘overal waar wij een stuk land veroveren, wij alle tekenen van afgoderij zullen verwijderen en het monotheïsme zullen verspreiden’.

De extremisten verwoesten antieke beelden die in hun ogen afgoderij bevorderen en in strijd zijn met hun fundamentalistische interpretatie van de islam. Eerder moest de oude Iraakse stad Hatra, die op de Werelderfgoedlijst van Unesco stond, eraan geloven. De autoriteiten vermoeden dat de militanten ook oudheidkundige voorwerpen op de zwarte markt verkopen om hun activiteiten te bekostigen.

Nimrud, op de oostelijke oever van de Tigris gelegen en ook wel Kalhu geheten, heeft een geschiedenis die teruggaat tot de dertiende eeuw voor Christus. Onder koning Ashurnasirpal II was het de tweede hoofdstad van het Assyrische rijk. De opgravingen in Nimrud begonnen in 1845 onder leiding van de Britse ontdekker en archeoloog Austen Henry Layard.

De stad is aan vier kanten omgeven door een muur met een totale lengte van acht kilometer. Onder de ruïnes zijn overblijfselen van het paleis van Ashurnasirpal II en de tempels van Nabu, de god van de schrijf- en andere kunsten. Tot de belangrijkste vondsten in Nimrud behoorden vier graven van vrouwen uit de koninklijke familie, waar 613 sieraden van goud en kostbare edelstenen werden ontdekt. Deze collectie bleef voor de plundering van het Iraakse Nationaal Museum na de Amerikaanse invasie in 2003 gespaard, omdat zij door de regering van Saddam Hussein in de kluizen van de centrale bank werd bewaard.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer