De bewindsman komt zo „zo spoedig mogelijk” met een nieuw wetsvoorstel om het opslaan van de bel- en emailgegevens van alle Nederlanders weer mogelijk te maken. De bewaarplicht is volgens hem van groot belang voor de opsporing en vervolging van ernstige delicten.

Van der Steur wil voorkomen „dat het instellen van hoger beroep de behandeling van het conceptwetsvoorstel zou kunnen vertragen”. Daarbij speelt mee dat de rechter op 11 maart de bewaarplicht als zodanig niet ter discussie heeft gesteld, aldus de minister.

In het wetsvoorstel zijn volgens hem „extra waarborgen” opgenomen, maar „het doel van het wetsvoorstel is het behouden van de bewaarplicht in aangepaste vorm”. Het streven is om het voorstel nog deze maand naar de Raad van State te sturen. Daarna wordt het ingediend bij de Tweede Kamer.

De rechter oordeelde vorige maand dat de persoonlijke levenssfeer van mensen te ernstig werd geschonden. De bedrijven bewaren de data sindsdien wel, maar alleen om rekeningen te versturen aan hun klanten. Deze niet-verplichte opslag duurt drie tot zes maanden.