„Ik mobiliseerde passagiers en hielp de conducteur”
APELDOORN. Deze krant verzamelde reacties van openbaarvervoersreizigers die met geweld werden geconfronteerd.
- Een reiziger die anoniem wil blijven „omdat ik het eigenlijk heel normaal vind wat ik heb gedaan”, meldt: „Op een keer zag ik dat de conducteur een plaatsbewijs vroeg aan een reiziger. Ik zag dat degene een vreemd soort kaartje toonde dat er niet uit zag als een vervoersbewijs. Ik zag dat degene ook meteen een mes te voorschijn haalde en de conducteur ermee bedreigde. Ik mobiliseerde onmiddellijk enige medepassagiers en rende zelf ook de kant op waar de bedreiging plaatsvond. Vervolgens hielp ik de conducteur om de bedreiger uit de trein te zetten.”
„Een andere keer was er een groep jeugdigen die vervelend deed. Toen de conducteur iets van dit gedrag zei, werd hij bedreigd. Ik heb gezorgd dat de groep uit de trein werd gezet, maar omdat ik eigenlijk bij datzelfde station eruit moest, ben ik op aanraden van de machinist en conducteur meegereden op de bok (de ruimte waar de machinist zich bevindt), om een eventuele confrontatie te voorkomen.”
Reiziger Jan Pas bericht: „Jaren geleden reed ik per metro onder Rotterdam door. Ter hoogte van het Marconiplein stapte een grote, Antilliaanse man in. In een bomvol compartiment eiste hij een plaats op voor zichzelf en duwde zijn voeten op de tegenoverliggende bank. Hij schreeuwde dat hij satan was, en nog meer. Hij ging ons allemaal doodmaken. Ik had de indruk dat hij onder invloed was. De hele coupé viel stil, en iedereen keek een andere kant op. Kennelijk durfde niemand zich met de onverlaat te bemoeien of hem te kalmeren. Enkele stations later stapte hij uit. De hele coupé ademde op. Er kwamen gesprekken los die duidelijk maakten dat iedereen doodsbang was geweest om zich met de situatie te bemoeien. Tegelijk waren we collectief van mening dat we ons eigenlijk met zijn allen tegen deze passagier hadden moeten keren, om hem duidelijk te maken dat dit soort gedrag niet werd gepikt.”
Ilona Havenaar over haar man: „Enkele maanden geleden ging hij met de RandstadRail van Den Haag naar Zoetermeer. Achterin zaten een stel jonge Marokkanen en een Surinamer. Die kregen het met elkaar aan de stok. Enkele vrouwen in de nabijheid gilden. Controleurs waren er op dat moment niet. De bestuurder stopte bij een station en ging niet verder. Waarschijnlijk had hij de politie gewaarschuwd. Het duurde nogal even. Mijn man en zijn buurman keken naar elkaar, stonden op en terwijl er een de deuren opendeed, gooiden ze samen het vechtende groepje de tram uit en hun tassen er achteraan. De bestuurder had het kennelijk in de gaten gehouden, want de deuren zoefden gelijk weer dicht, en hup, ze gingen weer verder. Hoe het met de vechtersbazen is afgelopen, weet ik niet.”