Nieuwe studie: ‘bijengif’ doodt nuttige insecten
BRUSSEL. Volgens een woensdag verschenen Europese studie zijn neonicotinoïden, een groep veelgebruikte insectenbestrijdingsmiddelen, niet alleen gevaarlijk voor bijen maar ook voor andere nuttige insecten.
Het rapport van EASAC, een lobbyorganisatie van de nationale academies van wetenschappen in Europa, noemt onder meer wilde bestuivers zoals hommels, vlinders, solitaire bijen en zweefvliegen. Ook in de bodem is het effect van de middelen merkbaar.
Dertien Europese wetenschappers hebben alle recente onderzoeken naar neonicotinoïden doorgespit. Ze concluderen dat de middelen een ernstig negatief effect hebben op het milieu.
De EU stelde in 2013 een tijdelijk verbod in op het gebruik van neonicotinoïden in enkele bloeiende gewassen. Dit jaar beslist Brussel of dat wordt verlengd en wellicht uitgebreid. Neonicotinoïden zijn systemische middelen, die bijvoorbeeld als zaadcoating worden toegepast. Tijdens de groei verspreidt zo’n middel zich door de hele plant. Insecten die van de plant eten, zoals luizen, gaan dood. Volgens EASAC staat deze preventieve werking op gespannen voet met een duurzame gewasbescherming. Boeren zijn er juist blij mee omdat plagen, en daarmee intensieve gewasbespuitingen met insecticiden, worden voorkomen.